0:00
Artikel
Compliance Financiële toezichtwetten

Regulatory Update: de aandachtspunten voor Q4 2022

12 min leestijd

Charco & Dique volgt de ontwikkelingen in financiële wet- en regelgeving op de voet. Met behulp van Ruler houden we alle actualiteiten bij. Vervolgens bepalen we welke impact de wijzigingen hebben en vertalen we de ontwikkelingen naar de dagelijkse praktijk van onze klanten.

Met welke ontwikkelingen moet u rekening houden? In onze Regulatory Updates geven we ieder kwartaal een gestructureerd overzicht van de regulatory changes en de gevolgen voor financiële instellingen. In dit artikel lichten we een aantal ontwikkelingen van het afgelopen kwartaal toe.

 

Terugblik

Welke wet- en regelgeving is recent in werking getreden?

  • Op 4 juli 2022 zijn de aangepaste ESMA richtsnoeren inzake stresstestscenario’s onder de geldmarktverordening (MMF) in werking getreden.
  • Op 7 juli 2022 zijn de onderdelen van de Wijzigingswet financiële markten 2022 in werking getreden. Afwikkelingondernemingen, betaalinstellingen, EGI’s en beleggingsondernemingen hebben nu de mogelijkheid om een rekening met afgescheiden vermogen aan te houden. Ook alle bepalingen die omissies en verschrijvingen herstellen zijn in werking getreden. De overige wijzigingen treden op 1 januari 2023 in werking.
  • Op 15 augustus 2022 zijn gedelegeerde verordeningen 2022/1299 en 2022/1302 en uitvoeringsverordening 2022/1300 van kracht geworden. In de eind 2021 in werking getreden richtlijn 2021/338 zijn aanpassingen opgenomen in artikel 57 en 58 MiFID II, welke zien op het grondstoffenraamwerk, met inbegrip van het positielimietregime. Op grond van de doorgevoerde wijzigingen is deze level 2 regelgeving ontwikkeld die nadere invulling geeft aan de vereisten.

Regulatory Update

Regulatory Update Q4 2022

EBA Richtsnoeren inzake de rol van AML/CFT voor compliance officers

Op 14 juni 2022 heeft EBA haar Final Report met definitieve richtsnoeren over de rol, taken en verantwoordelijkheden van AML/CFT compliance officers gepubliceerd. De richtsnoeren gaan, voor het eerst op EU-niveau, uitgebreid in op de hele opzet van AML/CFT-governance. De richtsnoeren stellen duidelijke verwachtingen over de rol, taken en verantwoordelijkheden van de AML/CFT compliance officer en het leidinggevend orgaan en hoe ze met elkaar omgaan (ook op groepsniveau).

De richtsnoeren maken duidelijk:

  • dat de AML/CFT compliance officers lang genoeg in dienst moet zijn bij dezelfde werkgever om op eigen initiatief alle noodzakelijke maatregelen kunnen treffen om de naleving en doeltreffendheid van de interne AML/CFT-maatregelen te waarborgen;
  • welke taken en rol het lid van de raad van bestuur heeft die verantwoordelijk is voor AML/CFT;
  • wat de rol is van AML/CFT compliance officers van de groep;
  • wanneer een AML/CFT compliance officer van de groep in de moedermaatschappij moet worden aangesteld om te zorgen voor de vaststelling en implementatie van effectieve groepsbrede AML/CFT-beleidslijnen en -procedures; en
  • welke informatie minimaal moet worden opgenomen in het activiteitenverslag van de AML/CFT compliance officers aan het leidinggevend orgaan.

 

De bepalingen in de richtsnoeren zijn bedoeld om op evenredige wijze te worden toegepast. Daarbij rekening houdend met de diversiteit van financiële ondernemingen die binnen het toepassingsgebied van de Wwft vallen. De richtsnoeren treden op 1 december 2022 in werking.

De integratie van milieurisico’s in het prudentiële raamwerk (IFR)

Op 26 juni 2021 is de Investment Firm Regulation (IFR) in werking getreden. Vijf maanden later trad ook het Nederlandse implementatiebesluit van de Investment firm Directive (IFD) is in werking. Niet alle verplichtingen werden echter meteen van kracht. Zo treedt artikel 53 IFR per 26 december 2022 pas in werking. Ook heeft de European Banking Authority (EBA) op 2 mei 2022 een discussion paper gepubliceerd over het meenemen van duurzaamheidsrisico’s bij het berekenen van het minimumkapitaal.

De verordening is van toepassing op beleggingsondernemingen die een MiFID II vergunning hebben. Daarnaast heeft de Nederlandse wetgever ervoor gekozen om deze richtlijn en verordening voor wat betreft de kapitaalvereisten ook toe te passen op beheerders van beleggingsinstellingen en/of icbe’s die MiFID II diensten verlenen. De lagere regelgeving die betrekking heeft op de kapitaalvereisten is dus ook van toepassing op deze beheerders.

Voldoet de onderneming aan een van de volgende vereisten?

  • De waarde van de activa binnen en buiten de balanstelling is gemiddeld €100 miljoen of meer. Berekend over de periode van vier jaar die onmiddellijk voorafgaat aan het betrokken boekjaar.
  • De onderneming heeft personen in dienst van wie de jaarlijkse variabele beloning hoger is dan €50.000 en waarvan de beloning meer dan een vierde van het totale jaarlijkse beloning vertegenwoordigt.

 

Dan moet de onderneming per 26 december 2022 informatie over de ecologische, sociale of governance (ESG)-gerelateerde risico’s openbaar maken. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen fysieke risico’s en overgangsrisico’s. In 2022 hoeft de informatie maar één keer gepubliceerd te worden, daarna ieder half jaar.

Level 2 regelgeving over het meenemen van duurzaamheidsrisico’s bij de berekening van het minimumkapitaal

Hoofdstuk 9 van EBA’s discussion paper is relevant voor categorie 2 en 3 beleggingsondernemingen. Pijler 1 ziet op minimum kapitaalvereisten. Er is een analyse uitgevoerd om te kijken tot op welke hoogte milieurisico’s al worden opgevangen in Pijler 1. Dit wordt bekeken aan de hand van interne en externe waarden, waardering van financiële instrumenten en zekerheden, of scenario analyses.

De discussion paper gaat daarnaast in op verschillen en overeenkomsten tussen het CRR prudentiële framework en het IFR prudentiële framework en of daar oplossingen kunnen liggen voor milieurisico’s.

Verder ligt de focus met name op de K-factoren (alleen relevant voor categorie 2 beleggingsondernemingen). K-factoren worden onderverdeeld in 3 categorieën:

  1. RtC (Risk-to-Client),
  2. RtM (Risk-to-Market), en
  3. RtF (Risk-to-Firm).

 

Gekeken wordt welk verband er is tussen milieurisico’s en RtC K-factoren. Beleggingsondernemingen kunnen reputatieschade oplopen als hier geen rekening mee wordt gehouden.

De EBA wil graag ruime feedback van alle belanghebbenden, zij probeert het final report over dit onderwerp af te leveren in 2023. De verwachting is daarom dat de nieuwe regelgeving niet voor 2024 in werking zal treden.

Aangepaste richtsnoeren over het verzamelen van gegevens over grootverdieners (CRR/IFD)

De EBA heeft de richtsnoeren over het verzamelen van gegevens over grootverdieners aangepast. Het doel van de gegevensverzameling over grootverdieners is het analyseren en publiceren van de jaarlijkse ontwikkelingen in het aantal personen binnen deze instellingen dat ten minste 1 miljoen euro verdient.

De EBA-richtsnoeren richten zich op nationale toezichthouders, maar bevatten uitleg over informatie die deze toezichthouders bij banken en (categorie 1 en 2) beleggingsondernemingen moeten opvragen. De aangepaste richtsnoeren zijn op 30 juni 2022 gepubliceerd en gelden vanaf 31 december 2022 voor de in 2023 te verzamelen gegevens voor het boekjaar 2022. De gegevens moeten uiterlijk 31 augustus 2023 aan de toezichthouder zijn verzonden. De bestaande Richtsnoeren inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners van 16 juli 2014 (EBA/GL/2014/07) komen daarmee te vervallen.

Voor het boekjaar 2021 zal de gegevensverzameling voor grootverdieners worden uitgevoerd volgens de bestaande richtlijnen voor zowel banken als beleggingsondernemingen, tenzij deze klein en niet onderling verbonden zijn.

De richtsnoeren bevatten twee templates voor het aanleveren van informatie, één voor personeel van banken en categorie 1 beleggingsondernemingen (Bijlage I) en een voor personeel van categorie 2 beleggingsondernemingen (Bijlage II). De Richtsnoeren moeten worden gelezen in samenhang met de van toepassing zijnde ‘EBA-richtsnoeren inzake een gezond beloningsbeleid onder Richtlijn CRD’ en de ‘EBA-richtsnoeren voor een gezond beloningsbeleid onder Richtlijn (EU) IFD’.

De gegevens over grootverdieners moeten worden gerapporteerd op consolidatieniveau. De informatie moet betrekking hebben op alle grootverdienersgegevens voor alle entiteiten en filialen binnen het hoogste niveau van prudentiële consolidatie. In het geval van op zichzelf staande banken of beleggingsondernemingen moeten gegevens over grootverdieners op individuele basis worden gerapporteerd.

De informatie moet:

  • weergegeven worden in payment brackets van 1 miljoen euro (bijv. 1 miljoen euro tot minder dan 2 miljoen euro);
  • gebaseerd zijn op de totale beloning die tijdens het boekjaar aan het personeelslid is toegekend; en
  • de bedragen mogen moeten volledig weergegeven worden en niet afgerond worden.

 

Onder andere de volgende informatie moet gepubliceerd worden:

  • het aantal grootverdieners;
  • de manier waarop de vaste en variabele uitgekeerd wordt (cash, financiële instrumenten, anders);
  • de verantwoordelijkheden van grootverdieners en de afdeling waarin ze werkzaam zijn;
  • het geslacht van de grootverdiener;
  • informatie over het aantal grootverdieners in controle functies/senior management/andere functies;
  • de lidstaat van de grootverdiener; en
  • of de groot verdiener gekwalificeerd is als identified staff.

Wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen

De Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) wordt op onderdelen aangepast via de Wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen. Het wetsvoorstel is van toepassing op banken, beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s, beleggingsondernemingen, betaaldienstverleners, financiële dienstverleners, hypotheekaanbieders, PPI’s en verzekeraars. De Wet zal per 1 januari 2023 in werking treden.

Belangrijke elementen uit deze wet zijn:

  • een wettelijke verplichting voor bestuurders en medewerkers van financiële ondernemingen om o.a. aandelen die onderdeel zijn van vaste beloningen aan te houden gedurende een periode van 5 jaar;
  • een verplichting voor financiële ondernemingen om verantwoording af te leggen over de verhouding van de beloningen tot de rol en positie van de onderneming in de samenleving; en
  • een aanscherping van de mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond voor niet-CAO personeel.

 

Daarnaast worden enkele meer technische wijzigingen van de beloningsregels in de Wft voorgesteld. Dit betreft onder meer een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen aan de definities van variabele beloning en vaste beloning.

In een eerdere Kamerbrief (december 2018) gaf de Minister aan wellicht ook een regel te gaan introduceren die het mogelijk zou maken om een deel van de vaste beloning van bankbestuurders terug te vorderen wanneer hun bank staatssteun ontvangt (ook wel: claw back). Deze maatregel is uiteindelijk niet in het wetsvoorstel opgenomen, omdat dit volgens de Raad van State in strijd zou zijn met het in het EVRM vastgelegde recht op eigendom.

UBO register voor trusts en soortgelijke juridische entiteiten

Op 26 april 2021 is een wetsvoorstel ingediend voor een register van uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van trusts en soortgelijke juridische entiteiten. Dit laatste betreft bijvoorbeeld ook fondsen voor gemene rekening (FGR). Het wetsvoorstel ziet op de invoering van een wettelijk kader voor de registratie van trusts en soortgelijke juridische constructies in een centraal register, ter implementatie van artikel 31 van de vierde anti-witwasrichtlijn.

Het Nederlandse trustregister is bedoeld om transparanter te maken wie de uiteindelijk belanghebbenden zijn van trusts en soortgelijke juridische constructies waarvan:

  • de trustee in Nederland gevestigd of woonachtig is, of
  • waarvoor de trustee in Nederland een zakelijke relatie aangaat of onroerend goed verwerft.

 

De Wet is inmiddels definitief en op 16 december 2021 gepubliceerd. Het bij de wet horende Implementatiebesluit treedt per 1 november 2022 in werking. Vanaf dan hebben trustees drie maanden de tijd om de UBO’s van de trusts en FGRs te registreren in het trustregister. Dit moet uiterlijk op 1 februari 2023 zijn gedaan. Meer informatie over het registreren van trusts vindt u op deze website.

Lees ook: 'Registratieplicht voor UBO’s van trusts en FGRs'

Technische standaarden voor prestatie gerelateerde triggers in STS on-balance-sheet securitisaties

EBA heeft in overeenstemming met artikel 26 quarter lid 5 Securitisatieverordening (Verordening (EU) 2017/2402) technische standaarden (RTS) ontwikkeld. De RTS zijn relevant voor houders van securitisatieposities (meer specifiek: STS on-balance-sheet securitisaties). Op 20 september 2022 publiceerde de EBA haar final report met de RTS. Deze ligt nu ter goedkeuring bij de Europese Commissie.

In deze RTS moeten de minimale prestatiegerelateerde triggers voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties op de balans (STS on-balance-sheet securitisaties) gespecificeerd worden.

De Securitisatieverordening zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/557 bepaalt dat STS on-balance-sheet securitisaties moeten beschikken over een sequentieel aflossingssysteem om in aanmerking te komen voor het STS-label. Een sequentieel aflossingssysteem houdt in dat verliezen worden toegewezen aan de houders van een securitisatiepositie volgens de rangorde van de tranches, te beginnen met de laatste rang. Sequentiële betaling wordt op alle tranches toegepast om het uitstaande bedrag van de tranches op elke betalingsdatum te bepalen, te beginnen bij de tranche met de hoogste rang.

Niet sequentiële aflossing en prestatiegerelateerde triggers

Bij wijze van afwijking kan een STS on-balance-sheet securitisatie met een systeem voor niet-sequentiële aflossing toch in aanmerking komen voor het STS-label. Dit kan op voorwaarde dat de transactie prestatie gerelateerde triggers bevat om over te schakelen van een niet-sequentieel naar een sequentieel aflossingssysteem. In de door EBA opgestelde draft RTS worden de drie in de wet genoemde prestatie gerelateerde triggers nader uitgewerkt.

Kalibratie van de triggers

Daarnaast had EBA de bevoegdheid om “indien relevant” specifieke niveaus waar bovenstaande triggers ingaan, vast te stellen. Van deze bevoegdheid heeft zij echter geen gebruik gemaakt. EBA geeft aan dat het niveau van de triggers door de partijen bij de securitisatie moet worden bepaald, aangezien deze transactie specifiek zijn en afhankelijk zijn van de beoordeling door de partijen van het risico van de onderliggende blootstellingen bij aanvang.

Partijen moeten zelf criteria vast te stellen voor het bepalen van de triggerwaarden. Die triggerwaarden moeten ervoor zorgen dat voor alle STS on-balance-sheet securitisaties met een niet-sequentiële afschrijving voldoende kredietbescherming bieden. Dit moet ervoor zorgen dat ook aanzienlijke verliezen aan het einde van de transacties opgevangen kunnen worden door de tranches die kredietbescherming bieden.

Voor niet-sequentiële STS transacties die voor de inwerkingtreding van de RTS bij ESMA zijn gemeld, geldt een overgangsregime. Deze transacties hoeven tot en met 31 december 2024 niet aan de nieuwe vereisten te voldoen. Naar verwachting treedt de gedelegeerde verordening begin 2023 in werking.

Voorstel ITS en RTS voor het uitvoeren van grensoverschrijdende marketing en beheersactiviteiten

Het doel van de voorgenomen nieuwe regelgeving is om het proces voor het melden van grensoverschrijdende marketing- en beheeractiviteiten met betrekking tot icbe’s en beleggingsinstellingen te vergemakkelijken. Hiervoor moet geharmoniseerde informatie vastgesteld worden die aan de bevoegde autoriteiten wordt meegedeeld (via de RTS). Ook worden er gemeenschappelijke sjablonen ontwikkeld (via ITS).

Van 17 mei tot 9 september 2022 is een consultatie gehouden voor de technische standaarden. Op basis van de consultatiereacties zal ESMA met het voorstel komen voor een RTS en ITS die door de Europese Commissie moeten worden bekrachtigd in de vorm van een gedelegeerde verordening en een uitvoeringsverordening. Deze zullen naar verwachting medio 2023 in werking treden.

Lees ook: 'Opheldering over het begrip (pre-)marketing en de AIFMD'

Toegankelijkheidsvoorschriften bankdiensten aan consumenten

De toegankelijkheidsrichtlijn (EU richtlijn 2019/882) bevat bepalingen ter uitvoering van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De toegankelijkheidsvoorschriften moeten de toegankelijkheid van een aantal producten en diensten voor personen met een handicap of een functionele beperking verbeteren. De richtlijn ziet op een breed spectrum van producten en diensten, waaronder ook op bepaalde financiële diensten. Specifiek voor de financiële sector wordt een extra artikel opgenomen in de Wft, alsmede een aantal artikelen in het Bgfo.

De regelgeving voor de financiële sector wordt van toepassing op:

  • aanbieders van consumptief- of hypothecair krediet;
  • banken die betaalrekeningen aanbieden;
  • beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten verlenen als bedoeld in de onderdelen a tot en met d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de Wft; en
  • betaaldienstverleners die betaaldiensten verlenen of elektronisch geldinstellingen die elektronisch geld uitgeven.

 

Ondernemingen die vallen binnen het toepassingsbereik moeten procedures hebben die ervoor zorgen dat hun diensten toegankelijk zijn voor mensen met een handicap. In de algemene voorwaarden moeten zij uitleggen hoe de dienst voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften. Deze informatie dient begrijpelijk te zijn (maximaal B1). De informatie die aan consumenten wordt verstrekt dient maximaal op B2 taalniveau te worden opgesteld.

Indien niet wordt voldaan aan de toegankelijkheidsvereisten, dient de onderneming dit in lijn te brengen met de toegankelijkheidsvereisten. Non-conformiteit en getroffen maatregelen dienen te worden gemeld aan de AFM.

De verwachting is dat deze eisen per 28 juni 2025 in werking treden.

Lees ook: 'Nieuwe regels over toegankelijkheid van producten en diensten'

Vooruitblik

Met welke aankomende wet- en regelgeving moet u nog meer rekening houden?

In ons volgende Regulatory Update artikel lichten wij de volgende ontwikkelingen uitgebreider toe:

  • Herziening PRIIPs verordening;
  • AP uitspraak gebruik Google Analytics; en
  • Verordening digitale euro als enige munt.
Houd mij op de hoogte via de nieuwsbrief

Regulatory Update aanvragen

Wij hopen dat dit artikel u een beeld heeft gegeven van de ontwikkelingen van het afgelopen kwartaal. Wilt u er zeker van zijn dat u niets over het hoofd ziet? Vraag dan een op maat gemaakte Regulatory Update aan (beschikbaar in het Nederlands en Engels). Dan ontvangt u ieder kwartaal een uitgebreide rapportage met actualiteiten, wetswijzigingen, publicaties van toezichthouders en consultaties. Deze rapportage is volledig toegespitst op uw organisatie en activiteiten. Zo bent u tijdig op de hoogte van aankomende wetswijzigingen en komt u niet voor verrassingen te staan.

Onze specialisten bespreken samen met u de mogelijke impact voor uw organisatie en denken mee over eventuele vervolgstappen en de praktische invulling hiervan. Ook kunnen zij u helpen met een plan van aanpak voor de aanpassing van uw beleid en procedures, zodat u altijd in control blijft. Voor meer informatie kunt u geheel vrijblijvend contact met ons opnemen.

Meer informatie over de Regulatory Update aanvragen