0:00
Artikel
Wwft & Sanctiewetgeving

Consultatie nieuwe Algemene Leidraad Wwft: antwoord op de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn

6 min leestijd

Op 21 mei 2020 is de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn geïmplementeerd in de Nederlandse wet- en regelgeving door middel van, onder andere, de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn. Deze wijzigingen zijn o.a. verwerkt in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Gezien de wijzigingen in de vierde anti-witwasrichtlijn (en dus in de Nederlandse wet- en regelgeving) kon herziening van de Algemene Leidraad Wwft niet achterwege blijven.

 

Op 18 mei 2021 is daarom een nieuwe versie van de leidraad gepubliceerd, die onder toezicht staande Wwft-instellingen handvatten biedt om te voldoen aan deze wetgeving. Het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Justitie en Veiligheid hebben de aanpassingen ter consultatie aan de markt voorgelegd. Financiële instellingen kunnen tot 5 juli 2021 reageren.

Maar wat wijzigt er nu precies en wat gaat dit voor u betekenen als de leidraad in deze vorm wordt ingevoerd? In dit artikel zetten wij drie belangrijke wijzigingen en de mogelijke gevolgen daarvan uiteen.

Drie belangrijke wijzigingen

Met de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn zijn de volgende onderwerpen onder de werking van de richtlijn gebracht:

  1. Aanbieders van diensten met virtuele valuta;
  2. Nadere maatregelen ten aanzien van hoog risicolanden;
  3. Regels met betrekking tot UBO-registers.

Aanbieders van diensten met virtuele valuta

Wat wijzigt er?

Met de implementatie van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn is de reikwijdte van de Wwft uitgebreid. Aanbieders van diensten met virtuele data (dit zijn aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees) zijn nu aangemerkt als Wwft-instellingen. Deze instellingen vallen hiermee op grond van de Wwft onder een registratieplicht.

Wat zijn de gevolgen voor u als u deze diensten verleent?

  • Om vanuit Nederland beroeps- of bedrijfsmatig diensten te mogen aanbieden, dient u een verzoek tot registratie bij DNB in te dienen;
  • Als DNB instemt met registratie (en er dus geen twijfel bestaat over de door u aangedragen informatie), wordt u opgenomen in een openbaar register;
  • Gezien de registratie kunt u niet zonder voorafgaande toestemming van DNB veranderen van een (mede)beleidsbepaler, gekwalificeerde deelneming of uiteindelijkbelanghebbende.

Nadere maatregelen ten aanzien van hoog risicolanden

Een Wwft-instelling moet, in gevallen van een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme, een verscherpt cliëntenonderzoek verrichten. Er is sprake van een hoger risico als:

  • Er sprake is van een vermoeden van witwassen of financieren van terrorisme;
  • Er sprake is van een cliënt die woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft in een derde hoogrisicoland;
  • Er sprake is van een complexe of ongebruikelijke grote transactie of ongebruikelijke transactiepatronen zonder duidelijk economisch of rechtmatig doel;
  • Er sprake is van een correspondentrelatie;
  • De cliënt of de UBO een PEP is.

In deze gevallen dient er dus een verscherpt cliëntenonderzoek plaats te vinden. Dit onderzoek heeft onder meer betrekking op de volgende punten:

  • Verklaring Omtrent Gedrag van de rechtspersoon;
  • Gegevens ten aanzien van interne procedures;
  • Onderzoek nar de bevoegdheden/functies van directie en gevolmachtigden;
  • Onderzoek naar afnemers van de cliënt en/of tussenpersonen;
  • Aanwezigheid van interne frauderisico’s en fraudepreventie maatregelen;
  • Aanwezigheid van interne frauderisico’s en fraudepreventie maatregelen;
  • Onderzoek naar herkomst en bestemming van gelden, inclusief opvragen van bankafschriften.

Wat wijzigt er?

In de leidraad die ter consultatie aangeboden is, is er een aanvulling op het bovenstaande opgenomen. Met betrekking tot transacties, zakelijke relaties en correspondentbankrelaties gerelateerd aan landen die aangewezen zijn als derde hoogrisicolanden, dienen er aanvullende verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen getroffen te worden. Er is een opsomming van een zestal punten, waarmee invulling gegeven wordt aan wat er onder een aanvullend verscherpt cliëntenonderzoek dient te worden verstaan. Het doel is om aanvullende informatie te verkrijgen. Deze informatie heeft onder andere betrekking op:

  • de relatie met de cliënten en uiteindelijk belanghebbenden;
  • inzicht op het doel en aard van de zakelijke relatie; en
  • inzicht op de herkomst van het vermogen van de cliënt en uiteindelijk belanghebbenden.

Uit deze informatie zal duidelijk moeten worden waarom een cliënt uit een derde hoogrisicoland de relatie wil aangaan en welke integriteitsrisico’s de eventuele relatie met zich meebrengt. Bij ministeriële regeling kunnen andere maatregelen worden vastgesteld.

Wat zijn de gevolgen voor u?

Indien u transacties verricht, zakelijke relaties of correspondentbankrelaties heeft gerelateerd aan staten die aangewezen zijn als derde hoogrisicolanden, dient u aanvullende informatie te verkrijgen over deze cliënten/relaties. In de leidraad die nu ter consultatie is aangeboden, is aangegeven welke informatie u dient te verkrijgen.

Bekijk onze opleiding: Wwft Klantonderzoek

Regels met betrekking tot UBO-registers

Wat wijzigt er?

Op basis van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn kent Nederland een register met informatie over de uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten (UBO-register). In de leidraad die ter consultatie aangeboden is wordt uiteengezet wie als uiteindelijk belanghebbende aangemerkt wordt (meer hierover leest u op onze UBO Wikipagina). Tevens is er in de consultatie-leidraad opgenomen dat UBO’s de mogelijkheid hebben om (een deel van) hun gegevens af te schermen. In de huidige leidraad ontbreken deze onderwerpen.

Wat zijn de gevolgen voor u?

U, als juridische entiteit, bent op grond van artikel 10b lid 1 Wwft verplicht om toereikende, accurate en actuele informatie bij te houden over de uiteindelijk belanghebbende (UBO). Deze informatie heeft betrekking op persoonlijke gegevens van de UBO, zoals een burgerservicenummer, geboortedag, geboorteplaats en adres. Maar ook gegevens met betrekking tot de klasse, aard en omvang van het economische belang van de UBO, zoals een kopie van het aandeelhoudersregister en statuten, moet worden bijgehouden. Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de UBO kan, met uitzondering van de aard en omvang van het gehouden economische belang, de publiekelijk toegankelijke informatie uit het register worden afgeschermd. Bij de Kamer van Koophandel kan een verzoek tot afscherming worden ingediend. Met de toevoeging van bovenstaande informatie, is er meer duidelijkheid over wanneer iemand aangemerkt wordt als UBO en welke informatie er bijgehouden dient te worden en wanneer een UBO in aanmerking komt voor afscherming.

Next steps

De consultatie is tot 5 juli 2021 geopend. Naar aanleiding van de reacties wordt de Algemene Leidraad Wwft definitief vastgesteld. Dan wordt bekend of de veranderingen die in dit artikel beschreven worden ook daadwerkelijk in werking treden. Uiteraard zullen wij u hiervan op de hoogte houden via onze nieuwsbrief.

Meer weten?

Charco & Dique kan u helpen een adequate invulling te geven aan de Wwft vereisten, en de vertaalslag te maken naar uw dagelijkse praktijk. Kunt u wel wat ondersteuning gebruiken? Lees dan meer over onze dienstverlening of neem vrijblijvend contact op met een van onze specialisten.

Adviesgesprek aanvragen Bekijk onze Wwft opleidingen