Herstelwet financiële markten 2020
De introductie van de UBO-reputatietoets vloeit voort uit de Herstelwet financiële markten 2020. In deze wet is onder meer bepaald dat de UBO van een trustkantoor, aanbieder van cryptodiensten of wisselinstelling, “gelet op zijn reputatie, geschikt dient te zijn en dat zijn betrouwbaarheid buiten twijfel dient te staan”.
Voor de definitie van UBO wordt uitgegaan van de definitie zoals opgenomen in de Wwft; “de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit.” Het gaat dus om natuurlijk personen met een (direct of indirect) belang van 25% of meer van de aandelen, eigendomsrechten en/of stemrechten. Indien er geen sprake is van een UBO worden de personen met feitelijke zeggenschap als UBO aangewezen of, als daar ook geen sprake van is, wordt het hoger leidinggevend personeel aangewezen als pseudo-UBO.
Betrouwbaarheid én geschiktheid
Het opmerkelijke aan de wijziging is dat naast de betrouwbaarheid ook de geschiktheid meegenomen wordt in de beoordeling van de (beoogde) UBO. De memorie van toelichting bij de Herstelwet financiële markten 2020 geeft aan dat voor betrouwbaarheidstoetsing aangesloten wordt bij de betrouwbaarheidseisen zoals we die kennen van de toetsing voor (mede)beleidsbepalers. Dit houdt in dat onder andere gekeken wordt naar mogelijke antecedenten en andere omstandigheden op basis waarvan de betrouwbaarheid buiten twijfel dient te staan.
Normaliter is een toets op geschiktheid alleen van toepassing op bestuurders en/of medebeleidsbepalers van een onderneming. In de oude situatie zou een UBO alleen op geschiktheid worden getoetst als deze ook (mede)beleidsbepaler was. Op basis van de wetswijziging wordt de UBO van een trustkantoor vanaf 1 mei 2021 in alle gevallen op geschiktheid getoetst.
Uit de memorie van toelichting blijkt dat voor de geschiktheid van de UBO wordt gekeken naar de mate van betrokkenheid van de UBO bij de onderneming. Een UBO dient voldoende bekwaam te zijn voor zijn rol als UBO en op het gebied van de (beoogde) activiteiten. Hoe dichter de UBO betrokken is bij de onderneming, hoe strenger de eisen aan zijn/haar geschiktheid. Zo zal onder gekeken worden naar de ervaring van de UBO bij eerdere investeringen en ondernemingen en wordt eventuele mediaberichtgeving meegenomen in het uiteindelijke oordeel.
De geschiktheidstoets voor UBO’s is in die zin anders dan de toetsing op geschiktheid van (mede)beleidsbepalers. De toetsing lijkt meer op de bekwaamheidstoetsing die, naast de betrouwbaarheidstoetsing, onderdeel uitmaakt van de zogeheten reputatietoets die wordt uitgevoerd bij houders van gekwalificeerde deelnemingen in een financiële onderneming.
Aanvraag toetsing
Voor trustkantoren is het van belang om de aanvraag voor de toetsing tijdig in te dienen, voorafgaand aan de daadwerkelijke wijziging in de structuur.
De aanvraag voor een toetsing kan worden ingediend door een aanvraagformulier in te vullen en de benodigde gegevens te uploaden via het digitale loket van DNB. Op dit moment is het daarvoor bestemde aanvraagformulier nog niet beschikbaar.
Er is sprake van een overgangsregeling; voor bestaande structuren worden de ‘zittende’ UBO’s geacht betrouwbaar én geschikt te zijn.
Meer weten?
Charco & Dique kan u bijstaan bij het uitvoeren van een pre-assessment en het voorbereiden op de toetsting door DNB van voorgenomen UBO’s. Neemt u hiervoor geheel vrijblijvend contact met ons op.
Contact