0:00
Artikel
IFD Prudentiële toezichtswetgeving

IFR/IFD verplicht risicocomité en beloningscommissie voor beleggingsondernemingen

8 min leestijd

Op 26 juni 2021 traden de Investment Firm Regulation & Directive (IFR & IFD) in werking. Bijna een jaar later, op 5 juli 2022, hebben De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een nieuwsartikel gepubliceerd over de verplichting voor bepaalde beleggingsondernemingen om een risicocomité en beloningscommissie in te stellen. Dit naar aanleiding van vragen uit de sector.

Uit 23b lid 1 onder b Besluit prudentieel regels Wft (BPR) volgt namelijk dat voor klasse 2-beleggingsondernemingen met een balanstotaal van meer dan 100 miljoen euro de verplichting om een risicocomité in te stellen rust.

 

Hoe ziet het risicocomité eruit?

De richtsnoeren inzake interne governance voor beleggingsondernemingen van de Europese Bankenautoriteit (EBA) beschrijft onder andere welke eisen er aan een risicocomité worden gesteld. Allereerst bestaat het risicocomité uit drie leden van het leidinggevend orgaan die geen uitvoerende functies hebben. In Nederland zijn dit normaalgesproken de leden van de raad van commissarissen. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde one tier board, dient het risicocomité te bestaan uit niet-uitvoerende bestuurders. Een dergelijke structuur komt in Nederland echter niet vaak voor.

De leden van het risicocomité mogen geen enkele uitvoerende functie bij de beleggingsonderneming hebben. Veel beleggingsondernemingen zullen op dit moment nog geen raad van commissarissen of een niet-uitvoerend bestuurders hebben. In dat geval zullen zij deze moeten instellen. De AFM en DNB geven aan dat zij inzien dat deze eis een grote impact zal hebben de betreffende ondernemingen. Echter hebben zijn geen wettelijke bevoegdheid om hier een andere invulling te geven. De toezichthouders hebben dan ook aangeven dat zij geen uitzonderingen zullen verlenen op deze eis.

Als het mogelijk is, moet de voorzitter van het risicocomité een onafhankelijk lid zijn en mag hij geen voorzitter zijn van het leidinggevend orgaan of ander comité. Alle leden van het risicocomité moeten, zowel zelf als gezamenlijk, beschikken over voldoende kennis, vaardigheden en deskundigheid op het gebied van:

  • het selectieproces;
  • geschiktheidsvereisten
  • risicobeheerpraktijken; en
  • risicobeheercontrolepraktijken.

Wat doet het risicocomité?

Het risicocomité heeft verschillende taken die kunnen worden teruggevonden in de richtsnoeren inzake interne governance voor beleggingsondernemingen van de Europese Bankenautoriteit (EBA). Zo moet het risicocomité onder andere:

  • Het leidinggevend orgaan adviseren en ondersteunen voor wat betreft het toezicht op de risicobereidheid en -strategie;
  • Het leidinggevend orgaan bijstaan in het toezicht op de uitvoering van de risicostrategie, zodat deze in lijn is met de normen, waarden en zakelijke doelen van de beleggingsonderneming;
  • Toezicht houden op de uitvoering van strategieën voor kapitaal- en liquiditeitsbeheer en andere relevante risico’s;
  • Aanbevelingen doen over noodzakelijke aanpassingen van de risicostrategie;
  • Adviseren over de aanstelling van externe adviseurs;
  • Mogelijke (stress)scenario’s toetsen, om te beoordelen hoe het risicoprofiel van de belegginsonderneming zou reageren op externe en interne gebeurtenissen;
  • Toezien op de afstemming tussen alle belangrijke aangeboden financiële producten en diensten en het bedrijfsmodel en risicostrategie; en
  • De aanbevelingen van interne of externe auditors beoordelen en een vervolg geven aan de passende tenuitvoerlegging van genomen maatregelen.

Geconsolideerd toezicht

We schreven eerder al over de uitbreiding van het geconsolideerd toezicht. Wanneer er sprake is van geconsolideerd toezicht volgens artikel 7 van de IFR, volgt uit artikel 24, vierde lid van de IFD dat ook op geconsolideerd niveau een risicocomité ingesteld moet worden. Er is dan sprake van een risicocomité op twee verschillende niveaus.

DNB heeft sommige beleggingsondernemingen toegestaan om hun kapitaalseisen op groepsniveau te berekenen, op basis van het groepskapitaalcriterium in overeenstemming met artikel 8 IFR. Voor deze ondernemingen geldt geen verplichting om op geconsolideerde basis een risicocomité in te stellen. Zij zijn enkel op het niveau van de beleggingsonderneming verplicht om een risicocomité in te stellen.

Het groepskapitaalcriterium kan alleen worden toegestaan voor groepsstructuren die voldoende eenvoudig zijn en wanneer er voor de beleggingsgroep in haar geheel geen significante risico’s uitgaan voor cliënten of de markt, waarvoor anders toezicht op geconsolideerde basis nodig zou zijn.

Beloningscommissie

Beleggingsondernemingen die verplicht zijn om een risicocomité in te stellen op grond van artikel 28 IFD, hebben daarnaast de verplichting om een beloningscommissie samen te stellen. In principe moet de beloningscommissie op het niveau van de beleggingsonderneming worden aangesteld.

De richtsnoeren van de EBA inzake degelijk beloningsbeleid onder de IFD geven nadere regels over de samenstelling en werkzaamheden van een beloningscommissie. De beloningscommissie bestaat uit leden van het leidinggevend orgaan die geen uitvoerende functies vervullen en uit vertegenwoordigers van het personeel. Bovendien moeten er een genderevenwichtige samenstelling zijn. Daarnaast moet de voorzitter en de meerderheid van de leden van de beloningscommissie onafhankelijk zijn. Als het niet mogelijk is om de beloningscommissie voor meer dan de helft uit onafhankelijke leden te laten bestaan, dan moet de beleggingsonderneming bijzonder zorgvuldig te werk gaan om ervoor te zorgen dat belangconflicten beperkt worden.

Tenslotte dienen de leden van de beloningscommissie samen te beschikken over voldoende kennis, deskundigheid en professionele ervaring op het gebied van beloningsbeleid en -praktijken, risicobeheer en controleactiviteiten. Daarbij is voornamelijk van belang dat de leden begrijpen welke invloed de beloningsstructuur op het risico- en kapitaalprofiel van de beleggingsonderneming heeft.

Wat doet de beloningscommissie?

Meer over de rol van de beloningscommissie is terug te vinden in de hierboven genoemde EBA-richtsnoeren. De beloningscommissie moet onder andere:

  • De verantwoordelijkheid dragen voor besluiten over de beloning, in het speciaal van leden van het leidinggevend orgaan;
  • Ondersteuning bieden bij het opzetten van, actueel houden van en toezien op (de naleving van) het beloningsbeleid, met specifieke aandacht voor gendergelijkheid;
  • De benoeming van externe beloningsadviseurs beoordelen;
  • Toezien op de adequaatheid van de aan de aandeelhouders verstrekte informatie over het beloningsbeleid en de beloningspraktijken;
  • De mechanismen en systemen beoordelen die om te waarborgen dat het beloningssysteem naar behoren rekening houdt met ondernemingsrisico’s;
  • Beoordelen in hoeverre prestatiedoelen zijn bereikt en of er behoefte is aan risicoaanpassing achteraf; en
  • Mogelijke scenario’s toetsen om na te gaan hoe het beloningsbeleid en de beloningspraktijken reageren op externe en interne gebeurtenissen.

Toezicht

De AFM en DNB hebben aangegeven toezicht te houden op de naleving van de verplichting om een risicocomité en een beloningscommissie in te stellen. Voldoet uw beleggingsonderneming of beleggingsondernemingsgroep op geconsolideerde basis nog niet aan deze verplichtingen? Dan is het zaak dit zo snel mogelijk op orde te brengen.

Meer weten?

Heeft u vragen over de naleving van de IFR/IFD? Onze consultants denken graag met u mee. Neem geheel vrijblijvend contact met ons op.

Contact