Nieuws

Nieuwe regels voor ratingbureaus ook impact op financiële ondernemingen

Medio 2013 zijn nieuwe regels in werking getreden die betrekking hebben op credit rating agencies oftewel ratingbureaus. Hoewel deze zogenoemde CRA 3 Verordening zich in beginsel richt op ratingbureaus, zijn er ook een aantal regels in opgenomen die zich richten op gebruikers van ratings (zoals banken, verzekeraars en geldmarktfondsen) en op uitgevende instellingen van structured products en securitisatieproducten.

Het is voor deze gebruikers van ratings en uitgevende instellingen van belang tijdig maatregelen te nemen om deze (aangescherpte) regels na te leven.

 

Achtergrond CRA regelgeving

Vanaf het begin van de kredietcrisis liggen ratingbureaus onder vuur. Dit komt onder meer omdat zij (her)verpakte pakketten van hypotheekleningen van (achteraf) veel te hoge ratings hebben voorzien. Ratingbureaus zijn ervan beticht teveel de oren te hebben laten hangen naar grote uitgevende instellingen, veelal banken, die feitelijk een hoge en achteraf onjuiste rating bij ratingbureaus kochten.

Als reactie op de rol van ratingbureaus voor en tijdens de kredietcrisis hebben toezichthouders wereldwijd besloten deze partijen voortaan onder toezicht te brengen. Binnen de Europese Unie is ervoor gekozen om vanaf 2010 een pan-Europese registratieplicht aan in de EU actieve ratingbureaus op te leggen. Het woord registratie is overigens een tikje misleidend, omdat de facto sprake is van een zeer zware vergunningplicht. Op dit moment beschikken circa 24 ratingbureaus over een dergelijke registratie. Hieronder zitten de grote namen S&P, Moody’s en Fitch, maar ook lokale partijen uit bijvoorbeeld Bulgarije en Cyprus. Binnen de EU houdt de Europese toezichthouder ESMA toezicht op de ratingbureaus.

Basis voor het toezicht op ratingbureaus binnen de EU is de Europese Verordening 1060/2009. In deze Verordening waren ook twee bepalingen opgenomen die zich richtten op andere partijen dan de ratingbureaus zelf. In artikel 4 van de Verordening was namelijk bepaald dat gebruikers van ratings die deze ratings voor regelgevingsdoeleinden, zoals berekening van het kapitaalbeslag door banken, gebruikten hiervoor uitsluitend gebruik mochten maken van ratings die waren afgegeven door binnen de EU geregistreerde ratingbureaus. Daarnaast was in hetzelfde artikel bepaald dat uitgevende instellingen verplicht waren om wanneer zij in hun prospectus een verwijzing naar een rating opnamen daarbij aan te geven of deze was afgegeven door een binnen de EU afgegeven ratingbureau.

In 2011 is de regelgeving ten aanzien van ratingbureaus beperkt aangepast door middel van een nieuwe Verordening. Implicaties voor gebruikers van ratings en uitgevende instellingen had dit niet.

Vanaf 20 juni 2013 is de op de in de EU actieve ratingbureaus toepasselijke Europese Verordening aangescherpt. Onder deze zogenoemde CRA 3 Verordening kunnen ratingbureaus aansprakelijk gesteld worden als door grove nalatigheid schade ontstaat bij gebruikers van ratings. Ook zijn de regels voor het beheersen van belangenconflicten verder uitgebreid en moeten ratingbureaus zich aan strengere regels houden bij het afgeven van landenratings. Daarnaast zijn ook de regels voor gebruikers van ratings en uitgevende instellingen uitgebreid.

 

Nieuwe regels voor gebruikers van ratings

Veel financiële ondernemingen maken gebruik van ratings. Banken die voor het berekenen van de op hun van toepassing zijnde kapitaaleisen gebruik maken van het zogenoemde standaardmodel gebruiken bijvoorbeeld ratings om het risicogewicht van uitstaande kredieten te bepalen. Echter ook bijvoorbeeld verzekeraars en asset managers maken al dan niet voor regelgevingsdoeleinden gebruik van ratings.

De CRA 3 Verordening bepaalt nu expliciet dat financiële ondernemingen niet uitsluitend of mechanisch op ratings aangaande de kredietwaardigheid van een entiteit of financieel instrument mogen vertrouwen. Banken en andere gebruikers van ratings zijn op grond van de CRA 3 Verordening expliciet verplicht om aanvullend op de gebruikte ratings ook een eigen risicobeoordeling te maken van de betreffende onderneming, overheid of het betreffende product. Deze bepaling zal ook verder worden verankerd in bijvoorbeeld CRD IV.

Door deze aanscherping onder CRA 3 worden banken en andere financiële ondernemingen die sterk leunen op ratings, bijvoorbeeld bij de bepaling van het kapitaalbeslag op uitstaande kredieten of bij hun beleggingsbeslissingen, geacht hun eigen risicobeoordeling uit te breiden. Op welke wijze zij dit doen, is aan hen zolang zij maar kunnen aantonen niet klakkeloos uitsluitend ratings te hebben gebruikt en het belang van externe rating minder wordt. Gebruikers van ratings dienen dus zelf te bepalen hoe zij deze eigen verantwoordelijkheid invullen. In Nederland zullen DNB en de AFM hierop toezien.

 

Nieuwe regels voor uitgevende instellingen

Onder CRA 3 worden ook de verantwoordelijkheden voor uitgevende instellingen ten aanzien van ratings uitgebreid. Dit geldt in het bijzonder voor instellingen die gestructureerde producten uitgeven en instellingen die gesecuritiseerde producten uitgeven. Beide soorten producten worden met name door banken uitgegeven, maar evenzeer vaak door andere (financiële) ondernemingen.

 

Aangescherpte regels gestructureerde producten

Onder CRA 3 zijn uitgevende instellingen van gestructureerde producten die ervoor kiezen hun uitgegeven product te laten raten, voortaan verplicht om een rating van tenminste twee ratingbureaus aan te vragen en te gebruiken. De twee ratingbureaus moeten bovendien onafhankelijk van elkaar hun werkzaamheden verrichten en mogen (uiteraard) geen deel uitmaken van dezelfde groep.

Bovendien mag tenminste één van de twee te gebruiken ratingbureaus geen hoger marktaandeel hebben dan 10% waarbij een door ESMA op te stellen en jaarlijks te actualiseren lijst van marktaandelen leidend is. Deze bepaling heeft in de praktijk zeer grote impact, omdat de markt voor ratings op gestructureerde producten (tot voor kort) nagenoeg volledig verdeeld was onder S&P, Moody’s en Fitch. Aangezien alle drie deze ratingbureaus een marktaandeel van meer dan 10% hebben, mag een uitgevende instelling van gestructureerde producten vanaf juni 2013 slechts één van deze drie partijen selecteren en moet zij daarnaast een ander, veel kleiner en onbekender, ratingbureau in de arm nemen.

Partijen die gestructureerde producten uitgeven moeten een procedure opstellen waarin is beschreven op welke wijze zij de twee verplichte ratingbureaus selecteren en waarborgen dat één van deze twee bureaus een marktaandeel van minder dan 10% in het afgeven van dergelijke ratings heeft. Het is raadzaam tijdig op zoek te gaan naar deze kleine ratingbureaus, omdat het aanbod van deze partijen zeer beperkt is. Op de website van ESMA is een overzicht van in de EU geregistreerde ratingbureaus te vinden.

Verder moeten partijen die gestructureerde producten uitgeven vanaf waarschijnlijk medio 2014 op een door ESMA opgezette website informatie plaatsen over deze producten. Doel hiervan is de afhankelijkheid bij beleggers van de ratings te verminderen. De te publiceren informatie betreft onder meer gegevens over de kredietkwaliteit en prestaties van de onderliggende activa van het gestructureerd financieringsinstrument. Momenteel werkt ESMA nog aan de ontwikkeling van een template waarmee de betreffende informatie aan ESMA verstrekt kan worden. Het is overigens nog niet bekend of de informatieplicht alleen zal gelden voor nieuwe uitgiftes of ook zal gelden voor reeds uitgegeven gestructureerde producten.

Zodra de betreffende website en informatieverplichting richting ESMA in werking treedt moeten uitgevende instellingen van gestructureerde producten over procedures beschikken die waarborgen dat de verplicht bij ESMA aan te leveren informatie over de gestructureerde producten juist en volledig is en tijdig bij ESMA wordt gedeponeerd.

 

Securitisaties

Ten aanzien van gesecuritiseerde producten bevat CRA 3 een bepaling dat de drie grote ratingbureaus (S&P, Moody’s en Fitch) nog maar gedurende een periode van maximaal vier jaar ratings op securitisaties van één en dezelfde partij mogen afgeven. Een uitgevende instelling moet na die vier jaar dus op zoek naar andere ratingbureaus om nog langer te securitiseren activa te kunnen laten raten. Overigens wordt overwogen dit roulatieprincipe op termijn uit te breiden naar andere uit te geven instrumenten.

Omdat de vierjaarstermijn pas per 20 juni 2013 is gaan lopen, hoeven marktpartijen die regelmatig gesecuritiseerde producten laten raten op korte termijn geen maatregelen te nemen. Ervan uitgaande dat de meeste gesecuritiseerde producten op dit moment door één van de drie grote ratingbureaus worden gerate betekent dit wel dat uiterlijk in 2017 roulatie van het gebruikte ratingbureau plaats moet vinden. In overeenkomsten met ratingbureaus moet hierin de komende tijd reeds voorzien gaan worden.

Charco & Dique
Mocht u meer informatie willen over dit onderwerp of over het opstellen, aanpassen en implementeren van beleid op het gebied van de naleving van de bepalingen uit CRA 3, dan kan Charco & Dique u daarbij van dienst zijn.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Charco & Dique op telefoonnummer 020-4165403 of e-mailadres info@charcoendique.nl.