Schrijf ons
Of vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft hypotheekverstrekkers geïnformeerd over haar verwachtingen omtrent het informeren en activeren van klanten met een (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheek. Deze verwachtingen komen voort uit ervaringen en gesprekken met de sector sinds 2018, waaronder de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
De financiele toezichthouder voorziet risico’s voor klanten met een aflossingsvrije hypotheek. De AFM heeft daarom hypotheekaanbieders opgedragen om bewustwording van de risico’s onder hun klanten te creëren, hen in beweging te krijgen en deze groep te begeleiden bij een van de keuzemogelijkheden die beschikbaar gesteld worden.
Klanten met een aflossingsvrije hypotheek zouden zich te weinig bewust zijn van het risico dat zij hun hypotheek niet kunnen aflossen. Bij het afsluiten van een aflossingsvrije hypotheek is namelijk contractueel niets vastgelegd over het moment van aflossing. Uit onderzoek blijkt zelfs dat een derde van de Nederlanders een aflossingsvrije hypotheek definieert als een hypotheek waarbij nooit aflossing hoeft plaats te vinden. ‘Aflossingsvrij’ is daarom een misleidende term.
Klanten lopen het risico dat ze de lopende hypotheek niet meer kunnen betalen (het zogenaamde betaalbaarheidsrisico), en/of dat ze de aflopende hypotheek niet meer kunnen herfinancieren. Het risico op het niet meer kunnen betalen van de hypotheeklasten wordt met name veroorzaakt door twee factoren: pensionering van de klant en het op termijn vervallen van de hypotheekrenteaftrek. Veel klanten hebben geen zicht op hun inkomen na pensionering en zijn zich ook niet bewust van het effect van een lager inkomen op de betaalbaarheid.
Daarnaast vervalt in 2031 voor een groot deel van de hypotheken de fiscale aftrek van hypotheekrente. Sinds 2001 is de hypotheekrente namelijk aftrekbaar gesteld voor een periode van maximaal 30 jaar. Voor alle hypotheken begint deze periode op het moment van afsluiten, of anders per 1 januari 2001. Op het moment dat dit een aflossingsvrije hypotheek betreft, kan deze beperking flinke gevolgen hebben.
Wanneer de hypotheek afloopt en de klant in het huis wil blijven wonen, zal er herfinanciering moeten worden aangevraagd. Dan speelt de waarde van het huis, de verhouding van de lening die aflosvrij mag worden afgedekt en, ook dan, de betaalbaarheid van een (deels) aflossende hypotheek, een grote rol. Voor veel klanten zal herfinancieren erg lastig zijn, tenzij zij eerder zijn gaan aflossen.
Voor klanten met een aflossingsvrije hypotheek kunnen de gevolgen zeer groot zijn. Wanneer er na de einddatum van de hypotheek niet afgelost kan worden omdat hier geen rekening mee gehouden is in de vorm van spaargeld of een andere vorm van vermogen, zal er een andere oplossing gezocht moeten worden. Dit kan leiden tot de verkoop van de woning, die in bepaalde gevallen niet genoeg oplevert om de openstaande hypotheek af te lossen. Naast het verlies van de woning, zit de klant dan met een restschuld. Het hebben van onvoldoende spaargeld of overwaarde op de woning vormt dan ook een serieus risico.
Dit risico wordt nog eens groter onder invloed van minder gunstige ontwikkelingen op de huizenmarkt, bijvoorbeeld als gevolg van de coronacrisis.
Het betreft niet alleen hypotheken die als “aflosvrij” zijn verkocht, maar alle hypotheken waar niet contractueel is vastgelegd dat de hoofdsom wordt afgelost. Bij de bepaling van de klanten die in deze scope vallen, mogen door de hypotheekaanbieders geen aannames worden gedaan. Levenhypotheken met winstdeling en beleggingshypotheken zijn hiermee bijvoorbeeld dus ook in scope.
Hypotheekaanbieders moeten ervoor zorgen dat klanten inzicht hebben in hun hypotheeksituatie en toekomstige betaalbaarheid, en op deze wijze een bewuste keuze kunnen maken over de aflossing van hun hypotheek. Zo nodig worden klanten aangezet tot het ondernemen van actie en wordt hen een maatwerkoplossing geboden.
Aanbieders zullen daarbij risico gebaseerd en structureel te werk moeten gaan. Dit vraagt dat hypotheekaanbieders voldoende inzicht hebben in de risico’s binnen hun portefeuille – zowel nu als in de toekomst. Ook wordt van aanbieders verwacht dat ze de informatie die nodig is om de daadwerkelijke risico’s te kunnen inschatten zorgvuldig verzamelen en vastleggen.
Dit vereist een gedegen plan van aanpak en een actieve klantbenadering die continu aangepast wordt op basis van nieuwe inzichten en informatie.
Hypotheekaanbieders zullen op een gestructureerde manier te werk moeten gaan om te kunnen voldoen aan de door de AFM gestelde verwachtingen. Klantsegmentatie is hierin de eerste stap. Klanten dienen op basis van het potentieel risico gesegmenteerd en benaderd te worden. Uiterlijk 1 juli 2020 moeten alle klanten met het hoogst toekomstige betaalbaarheidsrisico zijn benaderd en in staat zijn gesteld om een bewuste keuze te maken over hun aflossingsvrije hypotheek.
Daarnaast vraagt AFM om periodieke rapportages waarin de status van de beheersing en het volwassenheidsniveau moet worden toegelicht en onderbouwd. De AFM zal haar toezichtaanpak hierop baseren.
Op basis van de verwachtingen van de AFM en onze ervaring, is het van belang in de aanpak rekening te houden met navolgende punten:
Wij helpen u graag te voldoen aan de eisen van de AFM. Zo kunnen wij u ondersteunen met het opstellen van een passend beleid, een plan van aanpak en het implementeren daarvan, en het inrichten van een beheertraject waarmee u blijvend aan de beoogde beleidsdoelen voldoet. Ook kunnen wij u het proces van het vergaren van klantinformatie geheel uit handen nemen, van het inrichten van een systeem tot de rapportage van de gegevens. Neem gerust contact met ons op.
Contact