Nieuws

Wtt gewijzigd, hoe blijven voldoen?

De wijzigingen in de Wtt welke die per 1 juli 2012 in werking zijn getreden, kunnen gevolgen hebben voor de organisatie van trustkantoren, de wijze waarop cliënten worden geaccepteerd en hoe diensten worden uitgevoerd. De identificatie van cliënten wordt verder geïntensiveerd doordat meerdere diensten nu als Wtt-dienst kwalificeren.
 

De wijzigingen zullen hierna besproken worden waarbij wij aangeven wat u als trustkantoor, kan doen om aan de gewijzigde Wtt te voldoen.

 

Samengevat de wijzigingen

 

De volgende wijzigingen in de Wtt zijn doorgevoerd:

 

  1. Wijziging van UBO-grenswaarde
  2. Bemiddelen bij verkoop van een vennootschap wordt een trustdienst
  3. Het verschaffen van een doorstroomvennootschap gaat aangemerkt worden als een trustdienst
  4. Virtuele trustkantoren, dus kantoren zonder fysieke aanwezigheid met dienstverlening in Nederland, worden verboden

Ad 1  UBO grenswaarde

Een natuurlijk persoon werd gedefinieerd als UBO (uiteindelijk belanghebbende in de doelvennootschap/cliënt) indien deze direct of middellijk 10% of meer van de aandelen dan wel zeggenschapsrechten houdt in een doelvennootschap. Deze grens wordt opgetrokken naar 25%. Ook feitelijke zeggenschap wordt relevant.

De verhoging van de ‘UBO-grens’ van 10% naar 25% leidt tot een lagere administratieve belasting in het cliëntacceptatieproces doordat het UBO identificatieproces minder vaak uitgevoerd hoeft te worden. De uitwerking van het UBO-grens wordt hiermee in lijn gebracht met de in de Wwft opgenomen definitie.

Daarnaast geldt dat t ook een natuurlijk persoon met feitelijke zeggenschap moet worden onderzocht. Dit sluit aan op de UBO definitie van de ‘Richtlijn tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme’ (2005/60/EG).

Hoe de feitelijke zeggenschapsrechten worden uitgeoefend wordt niet als zodanig beschreven en is niet gekoppeld aan definieerbare percentages. Daar deze persoon feitelijk invloed heeft in de doelvennootschap zal identificatie conform het UBO onderzoek moeten plaats vinden.

Ad 2   Bemiddelen bij verkoop van een vennootschap

Bemiddelen bij de verkoop van een vennootschap wordt een trustdienst. Verkopen van een rechtspersoon was dat al.  Zowel voor de koper als de verkoper moet worden vastgesteld wie de UBO is in de koper en de verkoper.

Het trustkantoor moet vaststellen welke integriteitsrisico’s zijn verbonden aan de verkoop waarbij beide partijen in de beoordeling moeten worden betrokken. Tevens moet de procedure voor het bepalen van de herkomst van de middelen en bestedingen van de koper worden uitgevoerd.

 

Indien de bemiddeling een rechtspersoon betreft welke verkocht word door een Wtt-gereguleerd trustkantoor dan wel de bemiddelde rechtspersoon een onderneming drijft welke haar activiteiten na de verkoop blijft voortzetten, geldt geen vergunningsplicht. De voorwaarden voor deze vrijstelling zijn dat de intenties van de kopende partij ten aanzien van de aan te kopen rechtspersoon worden onderzocht en vastgelegd. Tevens moet de bemiddelings- en de verkoopovereenkomst worden vastgelegd en minimaal 5 jaar worden bewaard.

 

Ook voor niet-trustkantoren welke bemiddelen bij de verkoop van rechtspersonen zal dus sprake kunnen zijn van een trustdienst waarvoor een Wtt-vergunning nodig is. Denk hierbij aan accountantskantoren die dus door het bemiddelen bij de verkoop van een vennootschap evergunningplichtig worden.

De Wijziging Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren (13 juni 2012) geeft specifieke uitzonderingen voor de vergunningplicht. Dit geldt voor personen zoals advocaten, personen welke met een stichting beroepsmatig of bedrijfsmatig incasso’s van vorderingen uitvoeren, betaal-dienstverleners en bepaalde bewindvoerders.

Ad  3 De doorstroomvennootschap

Het ter beschikking stellen van een doorstroomvennootschap aan een cliënt wordt een Wtt-dienst. Een doorstroomvennootschap is een vennootschap die ten behoeve van een cliënt (van het trustkantoor) gebruikt wordt. De doorstroomvennootschap is een entitteit  die tot dezelfde groep behoort als het trustkantoor.  Het trustkantoor is de UBO van de doorstroomvennootschap.

Bij een doorstroomvennootschap wordt door een vennootschap (in eigendom van het trustkantoor) liquiditeiten geleid ten behoeve van de cliënt. De cliënt van het trustkantoor, maar initieel geen client van de doorstroomvennootschap. In de oude situatie viel deze doorstroomvernnootschap buiten de reikwijdte van de Wtt.
 

Door de kwalificatie als Wtt-dienst zal de cliënt die de liquiditeiten ontvangt geïdentificeerd moeten worden conform de reguliere standaarden van cliëntacceptatie. De procedure omtrent het vaststellen van de herkomst van middelen en de bestedingen wordt uitgevoerd en er wordt vastgesteld waarom en waarvoor de doorstroomvennootschap wordt gebruikt.  In het kader van transactiemonitoring wordt vastgesteld dat de  liquiditeitstromen in lijn zijn met het transactieprofiel zijn.

De eigendomsrelatie van een doorstroomvennootschap ten opzichte van een doelvennootschap wordt verduidelijkt in de onderstaande figuren.
 


 

 

Ad 4. Virtuele trustkantoren niet toegestaan

Virtuele trustkantoren zijn kantoren zonder fysieke aanwezigheid met dienstverlening in Nederland. Deze virtuele trustkantoren worden verboden en moeten als trustkantoor ‘substance’ hebben, dus met een fysieke organisatie in Nederland alsmede een vergunning.

De beleidsregel deskundigheid 2011
Naast de wijzigingen ten aanzien van de Wtt wordt in de ‘Beleidsregel deskundigheid 2011’ richting gegeven ten aanzien van het onderwerp ‘deskundigheid’ van beleidsbepalers en leden van toezichtsorganen binnen een trustkantoor.

Waar voor het bestaan van de beleidsregel de deskundigheid primair wordt bekeken in naar vakkennis wordt per 1 juli 2012 gekeken naar ‘geschiktheid’. Dit laatste begrip is breder dan ‘deskundigheid’ daar ook het functioneren van een functionaris, de opgedane ervaring, persoonlijkheid, opleidingen etc. wordt meegenomen.

Hoewel de beleidsregel voorziet in een overgangsregeling zullen ook reeds zittende functionarissen aan de voorschriften moeten gaan voldoen. Dit kan in voorkomende gevallen betekenen dat de ‘geschiktheid’ van bepaalde functionarissen heroverwogen moet worden.
 

Wat moet u als trustkantoor doen n.a.v. de gewijzigde Wtt?
De wijzigingen in de Wtt hebben een structurele impact op de trustsector welke goed uitgewerkt moeten worden in de interne organisatie en het procedure handboek welke nadien bij DNB ingeleverd zal moeten worden.

Een trustkantoor kan samenvattend beginnen met het uitvoeren van de volgende acties:

UBO
 
De verhoging van de UBO definitie betekent dat de procedure handboeken ten aanzien van de UBO identificatie moeten worden aangepast waarbij de 10% grens wordt verhoogd naar 25%.

Daarbij wordt eveneens opgenomen dat ook natuurlijke personen met feitelijke zeggenschapsrechten worden geïdentificeerd met de daarbij behorende risicoanalyse.
 

Bemiddelen bij verkoop van rechtspersonen Voor de trust activiteit bemiddelen bij verkoop van een rechtspersoon zal deze activiteit beschreven moeten worden in het procedure handboek met de daarbij behorende controls. Dit kan gedaan worden als aanvulling in de procedure ten aanzien van de verkoop van een rechtspersoon waarbij de koper wordt geïdentificeerd in het kader van cliëntenonderzoek en de procedure naar de herkomst van de middelen en bestedingen wordt uitgevoerd.

Onze suggestie is om dat als aanvulling te doen in de procedure ten aanzien van de verkoop van rechtspersonen daar de uit voeren werkzaamheden in hoge mate overeenkomen.
 

Doorstroom- vennootschapt De procedure ter identificatie van een cliënt wordt uitgebreid ten behoeve van cliënten van een doorstroomvennootschap. Dit geldt ook voor de procedure herkomst middelen en bestedingen en voor de procedure voor transactie monitoring.
 
Trustdiensten vanuit het buitenland Organisaties die trustdiensten aanbieden in Nederland vanuit het buitenland worden gereguleerd. Zij zullen dus een vergunning moeten aanvragen met als consequentie dat interne procedures en de bedrijfsvoering moet voldaan aan de Nederlandse eisen. De organisatie moet daarnaast een fysiek kantoor in Nederland gaan houden. Gedurende de looptijd van de aanvraag zullen er geen diensten mogen worden geleverd.
 

De wijzigingen in de Wtt en de Vrijstellingsregeling Wet toezicht Trustkantoren zullen een plaats moeten krijgen in de organisatie en de procedures van Trustkantoren. Het is daarnaast een goede reden om de gehele organisatie tegen het licht te houden om zo het Trustkantoor voor te bereiden op de toekomst.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Charco & Dique op telefoonnummer 020-4165403 of e-mailadres info@charcoendique.nl