Nieuws

Parlementaire Commissie Trust en Wtt 2018

 

 

In juni 2017 heeft de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies 27 deskundigen en getuigen ondervraagd naar aanleiding van de Panama Papers. Op deze manier wil de Tweede Kamer meer inzicht krijgen in de werkwijze van trustkantoren en de fiscale adviespraktijk, en de effectiviteit van het toezicht daarop. Tijdens de verhoren heeft DNB aangegeven specifieke suggesties te hebben over aanscherping van de nieuwe WTT 2018.

 

In dit nieuwsitem wordt ingegaan op de aanbevelingen van de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies en de suggesties van de DNB.

 

Parlementaire Ondervraging.

Een parlementaire ondervraging is een nieuw onderzoeksinstrument van de Tweede Kamer. Net als bij een parlementaire enquête zijn personen verplicht mee te werken en worden zij onder ede gehoord. De ondervraging is ingesteld naar aanleiding van de Panama Papers, waarvan de eerste onthulling plaatsvond op 3 april 2016.

 

De parlementaire ondervraging richtten zich op twee afzonderlijke kwesties, namelijk:

  1. Het doorsluizen van kapitaal via in Nederland gevestigde doelvennootschappen zonder noemenswaardige reële economische activiteit in Nederland.
  2. Het wegsluizen van particuliere vermogens naar in het buitenland gevestigde doelvennootschappen, met de bedoeling deze aan het oog van de fiscus te onttrekken.

 

De hoofdvraag van de ondervraging luidde ‘In hoeverre dragen doelvennootschappen in binnen- en buitenland bij aan maatschappelijk ongewenste fiscale praktijken en op welke wijze kan dit worden voorkomen?’

 

Deze hoofdvraag is uitgewerkt in de volgende onderzoeksvragen:

  1. Met welk doel worden doelvennootschappen in Nederland opgericht? Welke toegevoegde waarde heeft deze sector voor de economie? In hoeverre bestaan er integriteitsrisico’s met betrekking tot doelvennootschappen?
  2. Welke verplichtingen hebben trustkantoren met betrekking tot de doelvennootschappen die zij beheren en waar zij domicilie aan verlenen? In hoeverre komen trustkantoren hun verplichtingen na? Hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van trustkantoren met betrekking tot concerns waar de doelvennootschap onderdeel van uitmaakt? Wat is de reikwijdte van de bestuurdersaansprakelijkheid met betrekking tot doelvennootschappen die door trustkantoren worden bestuurd?
  3. Welke rol spelen trustkantoren, belastingadviseurs en vermogensbeheerders in het faciliteren van structuren die doelbewust worden ingezet om particuliere vermogens aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken?
  4. Hebben de Nederlandse autoriteiten voldoende mogelijkheden om het toezicht op doelvennootschappen goed uit te voeren en om eventuele belastingontduiking en -ontwijking effectief aan te pakken?

Belangrijkste bevindingen van de commissie.

De commissie heeft haar bevindingen opgenomen in haar verslag met de titel: ‘Papieren werkelijkheid’. De belangrijkste bevindingen zijn:

 

  1. Nederland speelt een belangrijke rol bij het ontwerpen en beheren van internationale fiscale constructies. Uit de verhoren leidt de commissie af dat hoewel de inschattingen van (ten onrechte niet aangegeven) afgescheiden particuliere vermogens in het buitenland uiteenlopen, het om grote bedragen gaat.
  2. In het speelveld van de fiscale constructies werken trustkantoren, belastingadviseurs en notarissen veelal in vaste samenwerkingsverbanden samen. Gezien het grensoverschrijdende karakter van fiscale constructies zijn ook samenwerkingsverbanden met in het buitenland gevestigde trustkantoren, belastingadviseurs en notarissen.
  3. Tijdens de verhoren werd duidelijk dat trustkantoren en belastingadviseurs zich richten op de eigen wet- en regelgeving. De bij een constructie betrokken partijen zijn voornamelijk verantwoordelijkheid voor hun eigen rol. Dit geldt onder andere voor het geven van belastingadvies, het uitvoeren van constructies door trustkantoren, het oprichten van rechtspersonen door notarissen, het zorgdragen voor geldstromen door banken en het handhaven en het uitoefenen van toezicht door autoriteiten. Voor de negatieve (neven)effecten van de constructie als geheel draagt niemand verantwoordelijkheid. Het gevolg hiervan kan zijn dat belasting wordt ontdoken of dat geen belasting wordt betaald door gebruik te maken van de verschillen tussen belastingstelsels.
  4. Tijdens de verhoren bleek dat het voorkomt dat door een trustkantoor of belastingadviseur afgewezen risicovolle of zelfs malafide klanten, door andere kantoren wel worden bediend.
  5. Het is voor mensen die op zwarte (sanctie)lijsten staan nog steeds mogelijk constructies op te zetten die gebruikt worden voor belastingontduiking, witwassen en corruptie. Voor trustkantoren geldt dat de voor hen geldende regelgeving onvoldoende wordt nageleefd.
  6. De Belastingdienst loopt bij het bestrijden van ongewenste fiscale constructies aan tegen een grote mate van juridisering door de partijen die zij controleren.
  7. Een toename van de capaciteit van zowel DNB als de Belastingdienst zal leiden tot betere handhaving.
  8. Een belangrijke wettelijke taak van trustkantoren is de zogenaamde poortwachtersfunctie. Belangrijke elementen hiervan zijn het achterhalen van de uiteindelijke belanghebbende van vermogens en het vaststellen van het doel van vermogensstromen. Dit moet crimineel gebruik, belastingontduiking en andere malversaties voorkomen. Ondanks inmiddels jarenlang toezicht door DNB houden trustkantoren zich echter nog altijd onvoldoende aan de wet.
  9. Ten aanzien van het toezicht op trustkantoren pleiten verschillende trustbestuurders zelf voor strenger toezicht en duidelijkere invulling van open normen als «maatschappelijke betamelijkheid» en «agressieve belastingplanning» door DNB. Breed wordt onderkend dat van een effectieve vorm van zelfregulering thans geen sprake is.
  10. De geest van de wet wordt door de sector verschillend uitgelegd. Tijdens de verhoren bleek meerdere malen dat door de trustsector en de belastingadviespraktijk verschillend gedacht wordt over de vraag welke constructies ongewenst zijn.
  11. Belastingadviseurs en trustkantoren gaven aan dat de wetgever de grenzen van ongewenste constructies duidelijk moet stellen. De commissie heeft tijdens de verhoren de indruk gekregen dat deze partijen niet zelf bereid zijn nadere invulling, aan het handelen naar de geest van de wet, te geven. De wetgeving lijkt voor betrokkenen bij het opzetten van constructies vaak maatgevend te zijn voor de moraal die zij in acht nemen.
  12. Aangezien de Tweede Kamer als medewetgever onder andere verantwoordelijk is voor fiscale-, toezichts- en transparantiewetgeving is nadere kennis van de werking van deze wetten in de praktijk een must..

 

Wtt 2018

Tijdens de verhoren kwam veelvuldig het conceptvoorstel Wet toezicht trustkantoren (Wtt) 2018 ter sprake. Het conceptvoorstel Wet toezicht trustkantoren (Wtt) 2018 strekt tot verdergaande regulering van trustkantoren. Het doel van dit wetsvoorstel is het bevorderen van de integriteit van het financieel stelsel door middel van de regulering van de trustsector, met name door bij te dragen aan het tegengaan van witwassen van gelden. Zo worden de normen waaraan trustkantoren moeten voldoen aangescherpt en de instrumenten die DNB kan inzetten voor handhaving en toezicht uitgebreid.

 

Deze herziening is in belangrijke mate ingegeven door inzichten uit de toezichtpraktijk, maar ook door aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF) en de vierde anti-witwasrichtlijn. Door de aard en omvang van de wijzigingen ten opzichte van de huidige Wtt kan gesproken worden van een significante impact op trustkantoren. Nieuw is ook dat de voorschriften inzake het onderzoek zijn opgenomen in de wet, in plaats van in de Rib Wtt 2014. Ten behoeve van de leesbaarheid en de duidelijkheid, zijn de voorschriften uitgeschreven per trustdienst.

 

Hieronder een overzicht per onderwerp: