Nieuws

Financieel adviseur moet klanten expliciet wijzen op premiedalingen

Een financieel adviseur heeft een wettelijke zorgplicht jegens zijn klanten. Hij is verplicht om bij zijn werkzaamheden de zorg te betrachten die van een redelijk handelend en bekwaam adviseur verwacht mag worden. Onderdeel van deze zorgplicht is de verplichting om periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen die een adviseur in zijn portefeuille heeft.

Uit twee recente uitspraken van de Geschillencommissie van het Kifid blijkt dat de zorgplicht kan betekenen dat de financieel adviseur verplicht is zijn klanten actief te wijzen op premiedalingen in de levensverzekeringsmarkt.

Financieel adviseur moet belangen klant in het oog houden

De eerste zaak betreft een klacht van een klant die in 2011 een overlijdensrisicoverzekering had afgesloten via zijn adviseur. Nadat de klant in 2018 bekend raakt met de lage premies van andere overlijdensrisicoverzekeringen, spreekt hij zijn adviseur aan voor de schade die hij heeft geleden door het mislopen van een lagere premie.

De adviseur is van mening dat hij zowel wettelijk als contractueel niet verplicht was de klant te wijzen op de verlaging van de premies in de levensverzekeringsmarkt. Immers, de premie van de lopende verzekering van de klant verandert daardoor niet.

De Geschillencommissie is het niet eens met deze redenering van de adviseur. Volgens de Geschillencommissie mag een klant van een redelijk handelend en bekwaam verzekeringsadviseur verwachten dat hij de belangen van verzekeringnemers in het oog houdt. Dit brengt mee dat de verzekeringsadviseur verplicht is om periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen die hij in zijn portefeuille heeft.

De adviseur stelt verder dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan doordat afgelopen jaren op verschillende momenten contact is geweest met de klant. Tijdens deze gesprekken is de hypotheeksituatie van de klant besproken. De klant heeft in deze gesprekken overigens zelf geen navraag gedaan naar de lopende overlijdensrisicoverzekering.

Opnieuw is de Geschillencommissie het niet met de adviseur eens. De Commissie komt tot het oordeel dat de adviseur onvoldoende heeft gedaan om aan zijn zorgplicht te voldoen. De klant mocht van de adviseur een meer actieve houding verwachten. De adviseur had de klant expliciet moeten wijzen op de premiedalingen van overlijdensrisicoverzekeringen. Nu de adviseur dit niet gedaan heeft, concludeert de Geschillencommissie dat de adviseur zijn zorgplicht jegens de klant heeft geschonden.

Betekent dit ook dat de klant in aanmerking komt voor schadevergoeding? Niet direct. Voor schadevergoeding moet de klant zijn schade namelijk kunnen aantonen. In deze zaak heeft de klant geen actie ondernomen nadat hij bekend werd met de lagere premies van andere overlijdensrisicoverzekeringen. Hierdoor is het onduidelijk of de klant, wanneer hij eerder zou zijn geattendeerd op de premiedalingen bij overlijdensrisicoverzekeringen, zijn eigen verzekering zou hebben aangepast of overgesloten. De Geschillencommissie komt daarmee tot het oordeel dat de schade van de klant niet met voldoende zekerheid vastgesteld kan worden. De door de klant geëiste schadevergoeding wordt door de Geschillencommissie dan ook afgewezen.

Klant moet schade aantonen

In een tweede, vergelijkbare zaak gaat het om een klant die in 2009 een overlijdensrisicoverzekering afsloot via zijn adviseur. Op het moment dat de klant bekend werd met de dalende premies van levensverzekeringen, heeft hij een klacht ingediend tegen de adviseur. Ook in deze zaak komt de Geschillencommissie tot de conclusie dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door de klant niet te wijzen op de dalende premies voor overlijdensrisicoverzekeringen.

In dit geval kan de klant bovendien ook aantonen dat hij schade heeft geleden door de handelwijze van zijn adviseur. In oktober 2018 heeft de klant namelijk zijn overlijdensrisicoverzekering overgesloten. Door deze overstap is de klant een stuk minder premie gaan betalen. Een vergelijking tussen het oude en nieuwe premiebedrag laat zien dat de klant een schadepost van € 942,- heeft. De Geschillencommissie veroordeelt de adviseur dan ook tot vergoeding van dit bedrag.

Actieve houding verwacht

Beide zaken illustreren dat financieel adviseurs een actieve houding moeten aannemen. Wanneer de levensverzekeringsmarkt een jarenlange trend van dalende premies laat zien, ligt het op de weg van de adviseur om zijn klanten hierop te wijzen. Doet een adviseur dit niet, dan schendt hij de op hem rustende zorgplicht. Wanneer een klant kan aantonen dat deze schending ook nog eens daadwerkelijk schade heeft veroorzaakt, moet de adviseur deze schade vergoeden.

Meer weten?

Charco & Dique Legal biedt (extra) juridische ondersteuning aan financiële instellingen. U kunt bij ons terecht voor juridisch advies over de toepassing of interpretatie van bepaalde financiële toezichtwetgeving, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van nieuwe diensten, bij het opzetten van beleggingsinstellingen en ondernemingen, of bij incidenten.