Nieuws

Pensioenadviseur: vergunning of vrijstelling?

Pensioenadvies- en bemiddeling wordt vergunningplichtig. De AFM heeft aangekondigd nauwlettend toe te zien op partijen die adviseren of bemiddelen zonder vergunning. Voor deze partijen is het daarom van belang om na te gaan of zij onder de vergunningplicht vallen of gebruik kunnen maken van de vrijstellingsregeling.

Bemiddelen en adviseren

Onlangs heeft de AFM een interpretatie gepubliceerd over pensioenadvies en – bemiddeling door accountantskantoren en actuariële adviesbureaus die pensioenadvies leveren (hierna “pensioenadviseurs”). Dit naar aanleiding van de constatering dat deze kantoren regelmatig adviseren en bemiddelen met betrekking tot financiële producten, zonder de daarvoor vereiste Wft-vergunning. Een verzekerde pensioenregeling is een verzekering en wordt daarom aangemerkt als financieel product in de zin van de Wft. Voor het bemiddelen en/of adviseren over financiële producten is een vergunning vereist.
De Wft hanteert een ruim begrip van bemiddelen; in de praktijk blijkt dan ook dat snel sprake is van bemiddelen in financiële producten. Activiteiten die er op gericht zijn om een overeenkomst tot stand te brengen tussen een aanbieder en een consument, worden daarom aangemerkt als ‘bemiddelen’. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het verrichten van offerteaanvragen, het beoordelen van offertes of het voeren van contractonderhandelingen.
Van adviseren is sprake wanneer een pensioenadviseur een concreet financieel product aanbeveelt aan een bepaalde cliënt. Een algemene aanbeveling valt dus niet onder deze definitie. Echter, wanneer na het bestuderen van verschillende offertes door de pensioenadviseur een aanbeveling volgt voor het meest gunstige product van een bepaalde aanbieder, is sprake van advies.

Wanneer vergunning aanvragen?

De pensioenadviseur die niet over de vereiste Wft-vergunning beschikt maar wel adviseert en/of bemiddelt, heeft drie mogelijkheden:

  1. Een vergunning aanvragen; of
  2. Voldoen aan de vrijstellingsregeling voor de vergunningplicht voor adviseren; of
  3. Het staken van alle activiteiten met betrekking tot bemiddeling en/of advisering over financiële producten.

Financiële dienstverleners die na 1 januari 2012 een vergunning aanvragen voor advisering en bemiddeling van tweedepijler pensioenproducten, komen pas in aanmerking als zij voldoen aan de nieuwe vakbekwaamheidseisen. Het is ook mogelijk om voor 1 januari 2012 een Wft-vergunning voor advies en bemiddeling in levensverzekering te verkrijgen en dan voor 1 februari 2012 aan te geven dat voor pensioenadvies aan te gaan vragen. De aanvrager komt dan in aanmerking voor een overgangsregeling en dient dan uiterlijk 1 juli 2012 aan de AFM aan te geven hoe hij denkt voor 1 januari 2014 de vereiste kennis te verwerven.

Het alternatief is om te voldoen aan de vereisten van de vrijstellingsregeling.

Vergunning

Met een vergunning voor bemiddelen kan een pensioenadviseur ook adviseren over pensioenverzekeringen, hier is dan geen afzonderlijke vergunning meer voor vereist. Een kort overzicht van de belangrijkste vergunningsvereisten en toetsingsmiddelen:
 

Vergunningeisen Toetsing
Curriculum vitae, diploma’s en opgegeven referenten van dagelijks beleidsbepaler
Diploma’s en certificaten klantmedewerkers, betrouwbaarheidsformulieren, incidentenregeling
Organogram, Kamer van Koophandel uittreksel(s) en beschrijving bewaarplicht adviesdossiers, beschrijving van de bedrijfsprocessen
Polis beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbaar alternatief

 

Vrijstellingsregeling

De Wft voorziet in een vrijstellingsregeling voor de vergunningplicht voor adviseren; de pensioenadviseur heeft geen vergunning voor het adviseren nodig indien hij voldoet aan de volgende cumulatieve vereisten:

  1. De pensioenadviseur heeft een andere hoofdberoepswerkzaamheid dan het verlenen van financiële diensten.
  2. Uit hoofde van de hoofdberoepswerkzaamheid heeft de pensioenadviseur inzicht in de financiële situatie van zijn cliënt.
  3. De adviezen over financiële producten moeten in het verlengde liggen van de hoofdberoepswerkzaamheid van de pensioenadviseur.
  4. De pensioenadviseur mag voor zijn advies geen provisie ontvangen van de aanbieder.
  5. De adviezen mogen slechts marginaal onderdeel uitmaken van de totale werkzaamheden van de pensioenadviseur.
  6. De pensioenadviseur mag niet tevens bemiddelen in het product waarover hij adviseert.

In de praktijk zal het lastig zijn aan alle vereisten van de vrijstellingsregeling te voldoen. Een pensioenadviseur die de vrijstellingsvereisten niet exact voor ogen heeft, kan dus al snel onbewust adviseren zonder de vereiste Wft-vergunning. Zodra een adviseur zich met name bezighoudt met adviseren of bemiddelen, is de vrijstellingsregeling niet van toepassing. Dit is dus bijvoorbeeld ook het geval wanneer bij een (middel)groot kantoor één adviseur gericht adviseert en/of bemiddelt of daar specifiek voor aangenomen is.
 

Leidraad pensioenadvisering

Wanneer pensioenadviseur een vergunning verkrijgt, zal hij de gedragsregels moeten naleven die op grond van Wft van toepassing zijn.

De AFM heeft daarom een leidraad opgesteld om financiële dienstverleners te helpen een goede adviespraktijk in te richten. Hieronder is schematisch weergegeven waaraan een adviestraject volgens de Wft moet voldoen:

 

  1. Inventariseren: De adviseur is verplicht om in deze fase informatie in te winnen over de kennis, financiële positie, doelstelling en risicobereidheid van zijn cliënt.
  2. Analyseren: In deze fase vertaalt de adviseur de informatie uit inventarisatiefase naar mogelijkheden voor een pensioenvoorziening- en product.
  3. Adviseren: Hierna gaat de adviseur over tot een aanbeveling met betrekking tot een pensioenproduct dat naar zijn oordeel het best aansluit bij de kenmerken en wensen van de cliënt.
  4. Nazorg: De adviseur zal gedurende de looptijd van het product ondersteuning bieden aan de cliënt.

In elf afleveringen heeft de AFM een aantal thema’s behandeld die de financiële dienstverleners kunnen gebruiken om de kwaliteit van hun dienstverlening te verhogen. Met deze leidraad hoopt de AFM financieel dienstverleners te stimuleren om een goede adviespraktijk in te richten. Dit is enerzijds in het belang werkgevers en werknemers. Anderzijds biedt het mogelijkheden aan de pensioenadviseur met een vergunning om zijn kansen op de groeiende pensioenverzekeringsmarkt optimaal te benutten.
 

Wat nu te doen?

Voor de accountantskantoren en actuariële adviesbureaus die pensioenadvies leveren is het van groot belang om na te gaan of zij ook bemiddelen en/of adviseren over financiële producten in de zin van Wft. Zo ja, dan moet snel een besluit genomen worden of een vergunning wordt aangevraagd of dat zij kullen voldoen aan de voorwaarden van de vrijstellingsregeling.

 

Lees meer over het aanvragen van een DNB of AFM vergunning. Als u meer informatie wilt hebben of verdere vragen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Bij Charco & Dique werken consultants met ruime ervaring of het gebied van toezichthouden en het begeleiden van vergunningsaanvragen.