Sinds de inwerkingtreding van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018) is de poortwachtersfunctie van trustkantoren aangescherpt. Zo stelt de Wtt 2018 strengere eisen ten aanzien van het cliëntenonderzoek, de compliancefunctie en de auditfunctie van een trustkantoor. Ook houdt DNB sindsdien strenger toezicht op de procesmatige inrichting van trustkantoren en de nakoming van de in de Wtt 2018 gestelde normen aangaande maatschappelijk betamelijk handelen.
In dit nieuwsbericht gaan we in op het Toezichtsbeeld DNB trustkantoren 2019 van 11 november 2019, waarin DNB een overzicht geeft van de ontwikkelingen op het gebied van toezicht en handhaving binnen de trustsector. Ook geven we een toelichting op de Beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid trustkantoren.
Minder vergunninghouders, meer illegale dienstverlening
Het aantal vergunningen voor trustkantoren is in 2019 afgenomen. DNB stelt dat trustkantoren tot het inzicht zijn gekomen dat ze niet kunnen voldoen aan de verscherpte eisen van de Wtt 2018 of dat de kosten om daaraan te voldoen zo hoog zijn, dat hun activiteiten niet meer rendabel zijn. Deze daling in het aantal vergunningen is deels toe te schrijven aan het feit dat grotere trustkantoren steeds vaker het klantenbestand van kleinere kantoren overnemen wanneer deze hun vergunning inleveren.
Opmerkelijk is dat het aantal signalen met betrekking tot mogelijke illegale trustdienstverlening het afgelopen jaar juist significant is gestegen. Dit aantal ging van 8 meldingen in 2018 naar 32 meldingen in 2019.
Nog niet klaar voor aangescherpte eisen
Uit onderzoeken bij trustkantoren uitgevoerd door DNB, blijkt dat de trustsector nog niet klaar is om aan alle nieuwe aangescherpte eisen van de Wtt 2018 te voldoen. Met name in de uitvoering van het verplichte cliëntenonderzoek en de vastlegging ervan in het dienstverleningsdossier treft DNB nog veel tekortkomingen aan. Dit dossier dient aan te tonen of een trustkantoor zijn cliëntenonderzoek adequaat heeft uitgevoerd. Essentieel hierbij is het benoemen en het ondervangen van de mogelijke integriteitsrisico’s zodat ze passen binnen de ‘risk appetite’ van het trustkantoor. DNB constateert dat het cliëntenonderzoek van trustkantoren vaak niet compleet is. Ook ziet zij dat trustkantoren hun risico’s onvoldoende beheersen, waardoor ze betrokken kunnen raken bij belastingontduiking en (agressieve) belastingontwijking.
Aan de hand van het hiervoor genoemde Toezichtsbeeld trekt DNB de conclusie dat de aangescherpte wetgeving en streng toezicht alleen niet voldoende zijn om de risico’s op mogelijke betrokkenheid bij financieel economische criminaliteit van trustkantoren te verlagen. Dit geldt ook voor de maatschappelijke betamelijkheid die door de maatschappij van de financiële sector in zijn geheel wordt verwacht.
Beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid trustkantoren
Zoals we schreven in een eerder verschenen artikel, heeft het onderwerp maatschappelijk betamelijk handelen een prominente rol gekregen in de integriteitsvragenlijst die de DNB jaarlijks stuurt naar onder andere trustkantoren en banken. Daarbij is ook het begrip maatschappelijke betamelijkheid opgenomen in de begrippenlijst:
“Maatschappelijk betamelijk handelen gaat over die handelingen van instellingen of haar medewerkers (doen of nalaten) die niet specifiek in relevante wet- en regelgeving als ge- of verbod zijn opgenomen, maar waarvan redelijkerwijs wel verwacht kan worden dat deze in het maatschappelijk verkeer tot ophef (kunnen) leiden. Voorbeelden hiervan zijn (medewerking aan) belastingontwijkende constructies, dienstverlening aan (sterk) milieuvervuilende industrieën maar ook het relevante beloningsbeleid.”
DNB geeft in haar ‘Beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid trustkantoren’ inzicht in de wijze waarop zij in haar toezicht op de naleving beoordeelt in hoeverre de trustkantoren deze norm adequaat invullen. DNB wil met deze beleidsregel inzicht geven in de wijze waarop trustkantoren binnen de eigen organisatie de juiste voorwaarden kunnen creëren om tot maatschappelijk betamelijk handelen te komen. Bij een goede toepassing zal het aantal incidenten in de trustsector afnemen, wat het vertrouwen in trustkantoren en financiële markten in Nederland ten goede komt.
De beleidsregel schrijft dus niet voor welke activiteiten wel of niet als maatschappelijk betamelijk kunnen of moeten worden gezien. DNB tracht juist om een beschrijving te geven van het toezicht op de invulling van het beleid, de processen en procedures die trustkantoren inregelen om maatschappelijk onbetamelijk handelen te voorkomen.
Beoordeling van het integriteitsbeleid
DNB verwacht van trustkantoren dat zij in hun integriteitsbeleid ingaan op het voorkomen van handelingen die in het algemeen als maatschappelijk onbetamelijk worden gezien. Op basis van evenwichtige afweging van belangen moeten trustkantoren beoordelen welke handelingen als maatschappelijk onbetamelijk worden aangemerkt. Trustkantoren lopen namelijk niet alleen risico bij hun eigen handelen, maar ook door activiteiten van hun cliënten en, tot zekere hoogte, door de ‘cliënten van de cliënt’. Bij de beoordeling van het onderdeel maatschappelijke betamelijkheid van het integriteitsbeleid weegt DNB mee dat er een adequate omschrijving is van hoe, wanneer en bij welke handelingen een dergelijke evenwichtige belangenafweging gemaakt wordt.
Meer weten?
Bij Charco & Dique beschikken we niet alleen over gedetailleerde kennis van de steeds veranderende financiële wet- en regelgeving, maar hebben we ook als geen ander de ervaring in huis om onze klanten te ondersteunen bij de toepassing ervan. Vanzelfsprekend kunnen wij u helpen bij de inbedding van maatschappelijke betamelijkheid in uw strategie en bedrijfsvoering. Voor vragen of advies kunt u altijd contact met ons opnemen.
Lees meer over de prominente rol van maatschappelijke betamelijkheid binnen het toezicht.