Op 14 januari jl. hebben de Raad, het Europese Parlement en de Commissie politieke overeenstemming bereikt over MiFID II. Nu duidelijkheid is over de basiskeuzes, begint het ministerie van Financiën met de voorbereiding van de implementatie van MiFID II in de Wft (en aanverwante regelgeving).
Veranderingen in de Europese financiële markten. In de afgelopen jaren is de keuzevrijheid voor beleggers met betrekking tot financiële instrumenten en dienstverleners door MiFID vergroot. Verder heeft MiFID gezorgd voor meer concurrentie tussen verschillende handelsplatformen. Er hebben echter grote veranderingen in de financiële markten plaatsgevonden, zoals nieuwe handelsplatformen en producten. Bovendien hebben technologische ontwikkelingen het karakter van de handel in financiële instrumenten sterk veranderd.
Herziene MiFID en MiFIR. Deze veranderingen hebben de huidige MiFID ingehaald en hebben geleid tot voorstellen voor herziening van MiFID en de introductie van een nieuwe verordening, die als MiFIR wordt aangeduid. De herziening van MiFID en deze verordening worden samen aangeduid als: MiFID II.
Tijdpad voor implementatie. Hoewel publicatie van de definitieve tekst van MiFID II (level 1) nog moet plaatsvinden, zijn hiermee de politieke basiskeuzen vastgesteld. In juni a.s. wordt de publicatie van de herziene richtlijn verwacht. Bovendien zullen onderdelen nader worden uitgewerkt door ESMA in een Discussion Paper, die naar verwachting in mei wordt gepubliceerd. Marktpartijen hebben dan de mogelijkheid om daarop te reageren.
Het ministerie begint nu met de voorbereiding van de implementatie van MiFID II in de Wft. De verordening heeft rechtstreekse werking en hoeft daarom niet in de Wft te worden geïmplementeerd. Naar verwachting zullen banken, vermogens-beheerders en andere marktpartijen per 1 januari 2017 aan de eisen van MiFID II moeten voldoen. Zij hebben tot dat moment de tijd om hun bedrijfsvoering aan deze regelgeving aan te passen. Dat heeft o.a. impact op het verdienmodel, systemen, voorwaarden en contracten. Daarnaast zal awareness met betrekking tot de nieuwe eisen bij medewerkers essentieel zijn, om de klant de dienstverlening te kunnen bieden, die hij dan mag verwachten.
Waarover is overeenstemming bereikt?
De belangrijkste onderwerpen van de MiFID herziening zijn:
- Verhoogde bescherming van beleggers
- Commodities (o.a. positielimieten)
- Pre- en post-trade transparantie; kwaliteit van de transactieinformatie
- Introductie van OTF als nieuw handelsplatform
- Algoritmische handels activiteiten (HFT)
- Open access clearing
- Derde landen beleid
Verhoogde bescherming voor beleggers |
MiFID II verhoogt de eisen op het gebied van beleggersbescherming. Hieronder vindt u enkele voorbeelden van de aangescherpte eisen.
Reikwijdte. De MiFID II regels worden ook van toepassing op structured deposits, die door kredietinstellingen worden aangeboden. Een voorbeeld daarvan is een deposito waarvan rente afhankelijk is van de stand van de AEX-index. Verder worden sommige regels van toepassing verklaard op beleggingsverzekeringen, via een aanpassing van de IMD.
Cliëntclassificatie. In MiFID II komen een aantal wijzigingen op het punt van cliëntclassificatie, zoals zal moeten blijken uit de definitieve tekst. Daarbij moet gedacht worden aan de classificatie van gemeenten en lokaal publiekrechtelijke instellingen als niet-professionele beleggers, tenzij zij gebruikmaken van de mogelijkheid tot opt-up (lager beschermingsniveau).
Geschiktheids- en passendheidstoets. Met de komst van MiFID I in 2007 zijn de know-your-customer regels in de Wft nader geregeld. De KYC-toets is afhankelijk van de beleggingsdienst en het financieel instrument waarop de dienst betrekking heeft. De geschiktheidstoets (op basis van financiële positie, kennis & ervaring en beleggingsdoelstelling, inclusief de risicobereidheid) geldt voor beleggingsadvies en vermogensbeheer. De passendheidstoets (op basis van kennis & ervaring) geldt voor execution only dienstverlening, tenzij op initiatief van de cliënt zogenaamde niet-complexe producten worden afgenomen. Overigens moet de beleggingsonderneming wel waarschuwen dat niet getoetst wordt.
Met de implementatie van MiFID II zal de definitie van niet-complexe producten worden ingeperkt. Uit de definitieve tekst zal de precieze reikwijdte moeten blijken. Aandelen, obligaties, aandelen in (alternatieve) beleggingsinstellingen en aandelen in instellingen voor collectieve belegging in effecten en obligaties zullen niet zonder meer als niet-complex worden gemerkt. Dat betekent dat beleggingsondernemingen veel vaker moeten toetsen of orders in deze financiële instrumenten passen bij de kennis en ervaring van de cliënt.
Verder zou het kunnen dat de aanname dat een professionele belegger over de vereiste kennis & ervaring beschikt, zoals opgenomen in de MiFID uitvoeringsrichtlijn, wordt ingeperkt. Daarvoor zou dan de uitvoeringsrichtlijn moeten worden aangepast. Verder zal uit de definitieve tekst van MiFID II (level 1) moeten blijken of een beleggingsonderneming een (informatie)verplichting krijgt jegens adviesrelaties met betrekking tot (niet) doorlopende geschiktheidstoetsing. Al eerder heeft ESMA richtsnoeren gegeven (25 juni 2012) met betrekking tot bepaalde aspecten van de MiFID-geschiktheidseisen. Zoals richtsnoeren om de vraag naar welke cliëntgegevens moeten worden opgevraagd, wanneer beleggingsdiensten aan rechtspersonen worden verleend, te beantwoorden.
Provisieverbod & inducementnorm. Voor beleggingsdiensten geldt vanaf de implementatie van MiFID I de inducement-norm. Daarbij is het uitgangspunt dat provisies (zoals distributievergoedingen) niet zijn toegestaan. Daarop bestaan echter uitzonderingen. Deze excepties worden verder aangescherpt in MiFID II. De invulling daarvan en voor welke beleggingsconcepten die gelden zal moeten blijken uit de definitieve tekst. Overigens wenst de Minister van Financiën een verbod voor alle beleggingsconcepten. Verder wordt in MiFID II onderscheid gemaakt tussen onafhankelijk advies (op basis van een brede analyse van de markt, en niet beperkt tot financiële instrumenten die de beleggingsonderneming zelf (doet) uitgeven) en niet-onafhankelijk advies. Uit de definitieve tekst zal moeten blijken voor welk soort van advies de inducementnorm van toepassing is.
Productverbod. Verder krijgt ESMA het recht om financiële producten en diensten (tijdelijk) te verbieden die de beleggersbescherming of stabiliteit van de markt in gevaar kunnen brengen. En EBA krijgt vergelijkbare bevoegdheden met betrekking tot structured deposits.
Bewaren van financiële instrumenten. Verder wordt het bewaren van financiële instrumenten dat nu een beleggingsdienst (het was een nevendienst). Dat betekent dat entiteiten die bewaardiensten aanbieden zonder andere beleggingsdiensten aan te bieden, een vergunning moeten aanvragen. Uit de definitieve tekst moet blijken of daarmee overige categorieën bewaarders zoals genoemd in AIFMD nog langer toepasselijk zijn.
Eisen aan de bestuurders van beleggingsondernemingen. Ook stelt MiFID II eisen ten aanzien van de rol die bestuurders van beleggingsondernemingen in ieder geval moeten vervullen. Wat dat concreet betekent zal uit de definitieve tekst en/of verdere uitwerken moeten blijken.
Commodities (o.a. positielimieten) |
Grondstoffen(derivaten) komen ook onder de reikwijdte van MiFID II te vallen. Van marktpartijen wordt verwacht dat zij positielimieten stellen en per financieel instrument geaggregeerde positierapportages publiceren. De berekening van de posities dient op basis van een door ESMA vast te stellen rekenmethode plaats te vinden.
Pre- en post-trade transparantie |
kwaliteit van de transactie informatie. De transparantieverplichting wordt uitgebreid van aandelen naar andere financiële instrumenten zoals obligaties en derivaten. De kwaliteit en consolidatie van transactie informatie wordt verbeterd door invoering van Consolidated Tape Providers (CTPs), Approved Publication Arrangements (APA’s) en Approved Reporting Mechanisms (ARMs). Deze grotere transparantie en kwaliteit van data past binnen het kader van de best execution verplichting van beleggingsondernemingen jegens hun klanten.
Introductie van OTF als nieuw handelsplatform |
In MiFID II wordt een nieuwe beleggingsactiviteit geïntroduceerd, de Organized Trading Facility (OTF). Het is een handelsplatform dat geen gereglementeerde markt of MTF is, maar waar wel koop- en verkooporders worden samengebracht. Bijvoorbeeld broker crossing systems. Op een OTF kunnen non-equities, zoals obligaties en structured finance-producten. Verder wordt verplicht de verhandeling van gestandaardiseerde derivaten (voor clearing geschikte derivaten, zoals bepaald in EMIR) op een platform plaats te laten vinden, zoals een OTF.
Partijen die zo’n platform exploiteren moeten een vergunning aanvragen (dat geldt in principe ook voor beleggingsondernemingen die uitsluitend voor eigen rekening handelen en handelaren in grondstofderivaten). Verder moeten zij zich aan bepaalde doorlopende vereisten houden, waar gereglementeerde markten en MTF’s ook aan moeten voldoen. Daarmee wordt een level playing field beoogd tussen diverse plaatsen voor de uitvoering van orders.
Verschillen tussen handelsplatformen. Kenmerkend verschil is tussen een OTF enerzijds en een MTF of gereglementeerde markt anderzijds is dat laatste twee platformen op een non-discretionaire wijze orders uitvoeren, terwijl de exploitant van een OTF wel die discretie heeft. Daarmee zijn ook op de OTF know-your-customer en best execution verplichtingen van toepassing. Verder zijn deze exploitanten onderworpen aan beperkingen om orders tegen eigen boek uit te voeren. In dat geval kan systematische internalisatie een oplossing bieden.
Algoritmische handels activiteiten (HFT) |
De Commissie heeft de term ‘algorithmic trading’ geïntroduceerd, waaronder ook high-frequency trading wordt gerekend. Dat is handel waarbij een computeralgoritme automatisch bepaalde aspecten van orders vaststelt met weinig of geen menselijke tussenkomst. Het doel van de nieuwe eisen voor deze manier van handelen is een verbetering van de ‘systems & controls’ door de gehele handelsketen heen, aangezien de snelheid van deze vorm van handel zeer snel is, wat systeemrisico’s met zich kan brengen.
Open access clearing |
De rechtstreekse concurrentie tussen centrale tegenpartijen (CCPs) wordt bevorderd. Hiertoe kunnen handelsplatformen toegang krijgen tot CCPs en vice versa.
Derde landen beleid |
Door MiFID II komt een geharmoniseerd regiem om beleggingsondernemingen uit derde landen toegang te geven tot de Europese financiële markten, dat is gebaseerd op een beoordeling van de gelijkwaardigheid van de jurisdictie van het desbetreffende land door de Commissie. Dit regiem heeft alleen betrekking op grensoverschrijdende beleggingsdiensten aan professionele cliënten en in aanmerking komende tegenpartijen. Er is een overgangsperiode van 3 jaar, waarbinnen nog het nationaal regiem van toepassing blijft.
Charco & Dique biedt u een MiFID II klankbord. U bent uitgenodigd.
Wij volgen de ontwikkelingen van MiFID II, in samenhang met andere nieuwe regelgeving, zoals EMIR en AIFMD. Wij vertalen de nieuwe eisen naar uw situatie. Graag vernemen wij hoe u omgaat met MiFID II. Na de publicatie van definitieve tekst van MiFID II (level), die medio 2014 wordt verwacht, organiseren wij de eerste serie Round Tables.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ons op telefoonnummer 020-4165403 of e-mail: info@charcoendique.nl