Nieuws

Informatieverplichting bij grote koersdalingen

Onder MiFID II gelden twee nieuwe verplichtingen om cliënten te informeren over grote koersdalingen van financiële instrumenten die in de portefeuille van de cliënt zitten.

De ene verplichting ziet op het informeren van vermogensbeheercliënten wanneer de portefeuille meer dan 10% in waarde is gedaald. De andere informatieverplichting is van toepassing ten aanzien van een daling van 10% of meer van (individuele) financiële instrumenten met leverage of waarop een voorwaardelijke verplichting bestaat.

Waardedalingen vermogensbeheerportefeuille

Op grond van artikel 62(1) van de gedelegeerde verordening 2017/565 dienen beleggingsondernemingen die vermogensbeheerdiensten verlenen, cliënten te informeren bij een verlies van 10% op de totale waarde van de portefeuille ten opzichte van het vorige rapportagemoment richting de cliënt. In het geval van een kwartaalrapportage betreft dit dus een waardedaling van 10% ten opzichte van het begin van het lopende kwartaal.

Ook bij veelvouden van 10% dus bij 20%, 30% etc waardedaling ten opzichte van het vorige rapportagemoment dient de cliënt geïnformeerd te worden.

De cliënt moet uiterlijk aan het eind van de werkdag waarop de drempel is overschreden over de betreffende waardedaling geïnformeerd worden. Door ESMA is aangegeven dat een beleggingsonderneming niet de hele dag hoeft te controleren of cliënten door de 10% grens heen gaan, maar dat één dagelijks meetmoment in principe voldoende is. Wanneer een drempel op een niet-werkdag wordt overschreden, moet de cliënt uiterlijk aan het einde van de eerstvolgende werkdag worden geïnformeerd.

In artikel 68c Bgfo zal worden bepaald dat de cliënt door middel van een duurzame drager (zoals per post of e-mail) over de waardedaling geïnformeerd moet worden.

De informatieverplichting is van toepassing bij alle soorten cliënten en derhalve ook op professionele beleggers

Koersdaling specifieke financiële instrumenten

Op grond van artikel 62(2) van de gedelegeerde verordening 2017/565 dienen beleggingsondernemingen cliënten te informeren wanneer individuele posities in hun portefeuille die leverage bevatten of waarop een voorwaardelijke verplichting bestaat (zoals bepaalde derivaten) bij een waardedaling van meer dan 10% over de initiële waarde van het instrument. Ook bij koersdalingen met veelvouden van 10% moet de cliënt worden geïnformeerd.

Belangrijk bij deze verplichting is dat het waardedalingen betreft ten opzichte van de initiële waarde van het instrument en niet om de waardedaling ten opzichte van bijvoorbeeld het begin van het kwartaal.

Verder ziet de verplichting niet op alle financiële instrumenten, maar alleen op instrumenten die een ingebouwde leverage hebben of waarop een voorwaardelijke verplichting bestaat. Daarbij is de rapportageplicht alleen van toepassing ten aanzien van niet-professionele beleggers.

Tenslotte spreekt de betreffende bepaling over een verplichting voor ‘beleggingsondernemingen die een rekening van een niet-professionele cliënt aanhouden’. Deze zinsnede duidt erop dat de verplichting formeel ziet op bijvoorbeeld (depot)banken en effectengiro’s en niet op (zelfstandig) vermogensbeheerders waarvan de cliënten een rekening aanhouden bij een depotbank.

Wanneer een verlies van 10 % ontstaat ten opzichte van de initiële waarde van een instrument met leverage of waarop een voorwaardelijke verplichting bestaat, moet uiterlijk aan het einde van de werkdag waarop deze drempel wordt overschreden de cliënt worden geïnformeerd. De melding richting cliënt moet in principe per instrument geschieden, tenzij anders met de cliënt is overeengekomen.

Ook bij deze verplichting volgt uit artikel 68c Bgfo dat de cliënt door middel van een duurzame drager (zoals per post of e-mail) over de waardedaling geïnformeerd moet worden.

Aandachtspunten

Hoewel de verplichtingen om cliënten over bepaalde koers- en waardedalingen te informeren enigszins weggestopt zijn in lagere regelgeving, zijn dit verplichtingen die veel impact kunnen hebben.

De informatieplicht bij waardedalingen van meer dan 10% is in het geval van verleende vermogensbeheerdiensten op alle cliënten van toepassing. Hoewel een waardedaling van 10% of meer binnen een kwartaal mogelijk niet heel frequent voorkomt, is het in bepaalde (uitzonderlijke) omstandigheden niet onmogelijk. In dergelijke situaties is het bovendien niet onwaarschijnlijk dat direct (of binnen enkele dagen) grote groepen cliënten door de betreffende grens heen gaan en geïnformeerd moeten worden. Beleggingsondernemingen die vermogensbeheerdiensten verlenen dienen goed na te denken op welke wijze zij dergelijke waardedalingen kunnen detecteren, waarbij een geautomatiseerde oplossing te prefereren is. Daarnaast is het raadzaam goed na te denken op welke wijze grote groepen cliënten adequaat kunnen worden geïnformeerd in het geval van dergelijke waardedalingen.

In het geval de verplichting om de cliënt te informeren bij koersdalingen van 10 % of meer in financiële instrumenten met leverage of waarop een voorwaardelijke verplichting bestaat van toepassing is, zullen de beleggingsondernemingen er niet aan ontkomen om voor de detectie hiervan een geautomatiseerde oplossing te zoeken. Daarnaast is het raadzaam om te analyseren hoe frequent binnen de hele cliëntenpopulatie dergelijke koersdalingen voorkomen, zowel onder redelijk normale omstandigheden als in zeer uitzonderlijke omstandigheden. Op basis van de uitkomsten hiervan kan vervolgens worden bepaald op welke wijze de cliënten binnen de gestelde termijn worden geïnformeerd, bijvoorbeeld door een volledig geautomatiseerd proces waarbij de betreffende cliënten semi-automatisch een e-mail krijgen.

Tenslotte is het aan te bevelen om nadere guidance van ESMA ten aanzien van de in dit nieuwsitem beschreven verplichtingen te volgen. In de door ESMA afgegeven en periodiek aangevulde Q&A ‘on MiFID II and MiFIR investor protection and intermediaries topics’ zijn verschillende vragen en antwoorden opgenomen die zien op de informatieverplichtingen op het gebied van koers- en waardedalingen.

Tot slot

In dit nieuwsitem is een toelichting gegeven op de eisen die onder MiFID II worden gesteld op het gebied van informatieverplichtingen bij grote koersdalingen. Hoewel dit nieuwsitem niet de ruimte biedt om op alle details van de nieuwe regelgeving in te gaan, verwacht Charco & Dique in dit nieuwsitem een goede indruk te hebben gegeven van de impact die de regels op dit gebied voor beleggingsondernemingen heeft.

Op 3 januari 2018 treedt MiFID II in werking en moeten alle beleggingsondernemingen aan alle nieuwe eisen voldoen. Het is raadzaam tijdig de exacte impact van de nieuwe regelgeving te hebben bepaald en de nieuwe eisen in de bedrijfsvoering te implementeren.

Charco & Dique kan u ondersteunen bij het maken van een impact analyse van de eisen en het implementeren van de eisen vanuit MiFID II. Voor meer informatie kunt u opnemen met Charco & Dique op telefoonnummer 020-4165403 of e-mailadres info@charcoendique.nl .