Nieuws

Herstelplannen voor middelgrote banken

Na de benodigde steunmaatregelen aan banken en financiële instellingen in de afgelopen jaren en de opgetreden faillissementen wordt verder gewerkt aan versterking van het toezicht. Naast structureel hoger aan te houden kapitaalbuffers en intensivering van het toezicht, vraagt DNB in lijn met internationale ontwikkelingen aan banken om zogenoemde “living wills” op te stellen.
 

Herstelplan en resolutieplan

Deze “living wills” bestaan uit een herstelplan en een resolutieplan en vloeien voort uit de richtlijnen van de European Banking Authority (EBA). Op basis van deze richtlijnen wordt aan toezichthouders de benodigde voorbereiding gevraagd op crisisomstandigheden bij onder toezicht staande instellingen.

Het herstelplan (recoveryplan) betreft een draaiboek van en voor de instelling in geval van het (mogelijk) optreden van zware financiële problemen. Het herstelplan onderkent maatregelen om de (dreigende) financiële problemen te monitoren, te beheersen en/of te mitigeren.

Het resolutieplan is een draaiboek van DNB, dat in werking treedt indien de instelling niet meer zelfstandig in staat is om deze financiële problemen af te wenden. Met dit resolutieplan wordt beoogd om de falende instelling adequaat af te wikkelen, de financiële gevolgen zoveel mogelijk te beperken en de stabiliteit van het financiële stelsel te waarborgen.

 


 

De Nederlandse systeembanken hebben in 2012 herstelplannen ingericht en ingediend bij DNB. Voor deze banken zal DNB in nauw overleg met zowel de instelling als het Ministerie van Financiën in 2013 resolutieplannen opstellen.

Eind 2012 zijn de middelgrote banken gevraagd herstelplannen op te stellen. Leidraad voor de inrichting van de op te stellen herstelplannen is een raamwerk van DNB.
 

Raamwerk voor herstelplan

Volgens dit DNB raamwerk dient een herstelplan onder meer de volgende onderdelen te beschrijven:

1. Near default scenario’s voor de instelling
Scenario’s dienen uitgewerkt te worden onder welke omstandigheden het voortbestaan van de instelling in gevaar komt. De scenario’s dienen zowel in te gaan op instellingspecifieke als ook macro-economische omstandigheden en mogelijke risico’s. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het langzaam optreden en/of snel optreden van de risico’s. In totaal worden 4 scenario’s voorgeschreven. Voorbeelden van scenario’s zijn een verder oplopende schuldencrisis en uittreding van landen uit de eurozone, faillissementen van grotere tegenpartijen en/of groepsmaatschappijen en verhoogde opvragingen funding/spaargeld.

Aan de hand van deze scenario’s worden de materiele risico’s en indicatoren/triggerpoints onderkend waarbij de liquiditeit, solvabiliteit en/of toekomstige rentabiliteit van de instelling in gevaar komen. De indicatoren kunnen betrekking hebben op solvabiliteit, funding, kredietrisico’s etc.
 

2. Inrichting managementinformatiesysteem voor monitoring van de onderkende risico’s

Het informatiesysteem dient aangepast te worden voor monitoring van de onderkende risico’s en indicatoren (inrichting dashboard). Het proces van de totstandkoming van de data en informatie en de waarborging van de betrouwbaarheid hiervan dient onderdeel van deze inrichting te zijn.

3. De inrichting van de crisismanagementorganisatie

Dit betreft de uiteenzetting van de governance en crisisorganisatie die de beschreven herstelmaatregelen in gang moeten zetten, mocht een van de beschreven stresssituaties en/of risico’s zich voordoen. De bestaande comités en structuren dienen aan te sluiten bij deze crisismanagementorganisatie. De procedures, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de crisisorganisatie dienen vastgelegd en helder te zijn.

4. Mogelijke herstelmaatregelen
In dit onderdeel van het herstelplan worden concreet de mogelijke maatregelen tot herstel beschreven. Deze maatregelen richten zich primair op de solvabiliteit, liquiditeit, communicatie en continuïteit van de operatie. Hierbij dient bij het effect van de maatregel en kans van slagen te worden stilgestaan. Mogelijke maatregelen betreffen aantrekken kapitaal, verkopen en afbouwen beleggingen, meer actieve communicatie aan de stakeholders, opschaling capaciteit van de operatie en ICT.
 

Tenslotte

Voor het opstellen van de herstelplannen heeft DNB de volgende planning opgesteld (bron: Thema’s DNB Toezicht 2013):
 

Q1 2013 Opstellen plan van aanpak en projectstructuur
Q2 2013 Inrichten herstelplan en afstemming met DNB
Q3 2013 Indienen definitieve versie herstelplan
Q4 2013 Beoordeling door DNB van de inbedding van de  herstelplannen

Charco & Dique heeft ervaring met het inrichten en opstellen van herstelplannen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ronald Buwalda op telefoonnummer 020-4165403 of e-mailadres ronald.buwalda@charcoendique.nl