Nieuws

AIFM-richtlijn uitvoeringsbesluit geeft gedetailleerde regels

Op 19 december 2012 heeft de Europese Commissie de uitvoeringsregels van de AIFM-richtlijn (AIFMD) uitgebracht. Deze Level 2 regelgeving is gepubliceerd in de vorm van een Europese Verordening. Dit betekent dat deze regels vanaf 22 juli 2013 rechtstreeks in werking treden en niet meer in nationale wetgeving hoeven te worden geïmplementeerd.

Uit de in de Uitvoeringsverordening gestelde eisen, blijkt eens te meer dat onder AIFM-richtlijn vallende partijen, die op dit moment nog niet onder toezicht staan, veel werk zullen moeten verzetten om medio 2013 aan de uit de AIFM-richtlijn voortkomende eisen te voldoen en klaar te zijn om een AIFM-richtlijn vergunning aan te vragen.

Hieronder zullen de volgende belangrijke onderwerpen uit de AIFM-richtlijn worden behandeld:

  • De organisatie van de beheerder
  • De dekking voor aansprakelijkheid
  • Integere bedrijfsvoering
  • Risicomanagement
  • Liquiditeiten management

Waar gaat de Level 2 regelgeving over?

De de AIFM Richtlijn (‘Level 1’) is op 8 juni 2011 gepubliceerd. Hierbij bleek al dat veel op Level 1 geschreven bepalingen nog nader uitgewerkt zouden worden op Level 2 niveau. Met de publicatie van de Level 2 Verordening is nu concreter geworden aan welke eisen onder de AIFM-richtlijn vallende partijen vanaf 22 juli 2013 moeten voldoen.

De Level 2 Verordening raakt een veelheid aan verschillende onderwerpen. In totaal bevat de Uitvoeringsverordening 117 artikelen die 73 volle pagina’s beslaan, exclusief toelichting en bijlages waarin tot in vergaande mate van detailregels zijn uitgewerkt.

Veel beleggingsinstellingen die nu nog niet onder financieel toezicht vallen, dienen met de inwerkingtreding van de AIFM-richtlijn een vergunning aan te vragen bij de AFM (Heeft u vergunning nodig? Zie de bijgevoegde beslisboom). Alvorens deze vergunning aangevraagd kan worden, dienen zij hun organisatie en processen zodanig in te richten dat deze voldoen aan de eisen die op grond van de AIFM-richtlijn worden gesteld.
De organisatie van de beheerder

De inrichting en organisatie van de beheerder zijn belangrijke en uitgebreide thema’s in de AIFM-richtlijn. De thema’s komen in hoge mate overeen met de principes van de beheerste bedrijfsvoering zoals deze op dit moment in de Wft zijn opgenomen voor reeds onder toezicht staande beleggingsinstellingen.

Onderwerpen die onder meer worden geregeld, zijn:

  • Eisen aan de invulling van de rol door de directie en raad van commissarissen
  • Functieverdeling
  • Besluitvormingsprocessen
  • Interne controle
  • De continuïteit van de beheerder
  • De compliance functie
  • De internal audit functie
  • Het vastleggen en bewaren van gegevens

In artikel 64 en 65 van de Uitvoeringsverordening zijn verder gedetailleerde eisen neergelegd aan de gegevens die vastgelegd moeten worden bij namens de beleggingsinstelling uitgevoerde transacties alsmede orders van deelnemers in deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling.
De dekking voor aansprakelijkheid en risico’s
Beheerders moeten waarborgen treffen om risico’s af te dekken. Dit betreft specifiek risico’s die betrekking hebben op schade of verliezen, veroorzaakt door het gedrag en handelen van medewerkers van de beheerder. In artikel 12 van de Uitvoeringsverordening is een overzicht opgenomen van de soorten risico’s die hieronder vallen.

Beheerders dienen over procedures te beschikken om deze risico’s te identificeren, te meten en te beheersen. Daarnaast moet elke beheerder over een database beschikken waarin de gebeurtenissen die aansprakelijkheid kunnen veroorzaken, worden bijgehouden. Dit dient om bestaande procedures te verbeteren en om herhaling te voorkomen.

Verder zijn beheerders verplicht de aansprakelijkheidsrisico’s af te dekken door ofwel (aanvullend) eigen vermogen aan te houden ofwel een beroepsaansprakelijkheids-verzekering af te sluiten die past bij de te dekken risico’s. In artikel 14 van de Uitvoeringsverordening is aangegeven aan welke eisen de verzekering moet voldoen.

In het geval de beheerder ervoor kiest deze risico’s af te dekken door het bijstorten van eigen vermogen, dient zij in beginsel 0,01% van de waarde van het door hun beleggingsinstellingen beheerde vermogen als eigen vermogen aan te houden. Dit komt bovenop de (ten minste) 125.000 euro die beheerders sowieso al als eigen vermogen moeten aanhouden. De toezichthouder (DNB) heeft de mogelijkheid toe te staan het percentage te verlagen tot 0,008% wanneer de beheerder door middel van historische data kan aantonen dat de aansprakelijkheidsrisico’s goed worden beheerst. Ook kan een hoger percentage worden opgelegd.
Integere uitoefening van het bedrijf
In het kader van de integere uitoefening van het bedrijf dienen beheerders van beleggingsinstellingen te beschikken over:

  • procedures die waarborgen dat de beheerder op een eerlijke wijze te werk gaat;
  • handelt in het belang van de beleggers; en
  • belangenconflicten worden voorkomen of beheerst.

Op al deze (en andere) onderwerpen zijn in de Uitvoeringsverordening nadere regels gesteld. Een voorbeeld van zo’n bepaling is dat de beheerder over een strategie moet beschikken die waarborgt dat stemrechten die voortkomen uit de beleggingsportefeuille zo worden gebruikt dat deze de beleggingsinstelling en haar deelnemers zo veel mogelijk ten goede komt.

Een voorbeeld van een bepaling dat de beheerder moet handelen in het belang van zijn deelnemers is dat orders van meerdere beleggingsinstellingen (en eventueel individuele cliënten) alleen gezamenlijk mogen worden uitgevoerd als de beheerder beschikt over een procedure voor het toewijzen van (deel)uitvoeringen. Bovendien mogen orders alleen gecombineerd worden als dit er redelijkerwijs niet toe kan leiden dat een beleggingsinstelling of individuele cliënt hierdoor benadeeld zou kunnen worden.
Risicomanagement
Het beheersen van risico’s is een belangrijke taak voor beheerders van beleggingsinstellingen. De beheerder dient te beschikken over een permanente en onafhankelijke risk management functie met heldere bevoegdheden en rapportagelijnen. Ter verduidelijking is uitgebreid aangegeven welke taken door deze functie moeten worden uitgevoerd en op welke wijze de onafhankelijkheid minimaal moet worden geborgd.

Verder is nader uitgewerkt aan welke eisen het beleid op het gebied van risicomanagement moet voldoen en welke elementen meegenomen dienen te worden bij de jaarlijkse evaluatie hiervan.

Artikel 44 van de Uitvoeringsrichtlijn schrijft voor dat voor iedere beheerde beleggingsinstelling een uitgebreide analyse moeten plaatsvinden van de risico’s, limieten en beheersing. Het hieruit op te zetten risicomanagement beleid moet expliciet worden goedgekeurd door de directie of de Raad van Commissarissen. De werking van risicomanagement moet periodiek getest worden op werking van de beheersing.
Liquiditeitenmanagement
Voor alle beleggingsinstellingen, met uitzondering van closed-end beleggingsinstellingen zonder hefboom, moet de beheerder een adequaat liquiditeitenmanagementsysteem inrichten om te kunnen voldoen aan lopende liquiditeitsverplichtingen. Onderdeel hiervan is dat de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid op elkaar aansluiten.

De beheerder moet een goed beeld hebben van de liquiditeit van de beleggingen van de beheerde beleggingsinstellingen door deze periodiek op kwantitatieve en kwalitatieve wijze te analyseren. Zaken als handelsvolumes en de volatiliteit, ook tijdens bijzondere marktomstandigheden, moeten hierbij worden meegenomen.
Ten slotte
In dit nieuwsitem is voor een aantal onderwerpen een beperkte schets gegeven van de eisen die in de AIFM-richtlijn op Level 1 en 2 worden gesteld. Wees ervan bewust dat AIFM-richtlijn nog diverse andere onderwerpen raakt (zoals transparantie-eisen, beloningsbeleid, waarderingsmaatstaven) en dat de wel behandelde onderwerpen nog veel meer bepalingen kennen dan in dit nieuwsitem zijn aangestipt.

Ondanks dat een AIFM-richtlijn vergunning uiterlijk medio 2014 moet worden aangevraagd, worden onder de AIFM-richtlijn vallende beleggingsinstellingen geacht vanaf 22 juli 2013 aan al de eisen uit Level 1 en 2 te voldoen. Het voldoen aan deze eisen gaat significant verder dan het opstellen van verschillende soorten beleid en documenten. Het vergt het inrichten of veranderen van processen en in veel gevallen verzwaren van de huidige organisatie waarbij op basis van onderliggende analyses tot invulling gekomen moet worden. Pas daarna kan een volledige aanvraag worden gedaan voor een AIFM-richtlijn vergunning.

In een volgend nieuwsitem zal Charco & Dique de rol van de bewaarder en uitbesteding van werkzaamheden behandelen en schetsen wat dit betekent voor de beheerder van een (alternatieve) beleggingsinstelling.

Voorbeelden van werkzaamheden die wij voor u kunnen verrichten zijn:

  • Begeleiden bij een vergunning- of notificatieprocedure
  • Meedenken over de wijze waarop u de organisatie kunt inrichten om te voldoen aan de door AIFM-richtlijn gestelde eisen
  • Opstellen van benodigde procedures en maatregelen
  • Implementatie van procedures en maatregelen
  • Uitvoeren (quick) scan om te beoordelen of u AIFM compliant bent
  • Tijdelijk of permanent invullen van de functie van externe compliance officer en/of risk manager.

Lees meer over de AIFM richtlijn of neem contact met ons op voor meer informatie.