Nieuws

AIFM-richtlijn en solide Beloningsbeleid

AIFM-richtlijn – Beloningsbeleid

 

Nu de datum van inwerkingtreding van de AIFM-richtlijn, 22 juli 2013, steeds dichterbij komt, geeft de Europese toezichthouder ESMA invulling aan haar verplichtingen om te komen met nadere regelgeving. Op 12 februari 2013 heeft ESMA het richtsnoer uitgebracht ‘Guidelines on sound Remuneration Policies under the AIFM-richtlijn’. Dit is een nadere uitwerking van de bepalingen over het beloningsbeleid zoals opgenomen in artikel 13 en Bijlage II van de AIFM-richtlijn.

Rode draad hierbij is dat beheerders een beloningsbeleid moeten hebben. De beschreven eisen liggen dichtbij de eisen van ‘Beheerst Beloningsbeleid’ die reeds gelden voor financiële ondernemingen in Nederland, maar zijn meer rule-based en op onderdelen gedetailleerder.

De essentie van het solide beloningsbeleid onder de AIFM-richtlijn
De eisen uit de AIFM-richtlijn gelden voor het gehele beloningsbeleid van beheerders van beleggingsinstellingen en niet alleen voor variabele beloningen of bonussen. Wel is specifiek het verstrekken van variabele beloningen en bonussen aan regels gebonden.

Het uitgangspunt is dat een variabele beloning geen negatief effect mag hebben op het handelen van aangewezen medewerkers in relatie tot de belangen van beleggers, de financiële soliditeit van de beheerder en de beleggingsinstelling en de reputatie van de financiële sector.

Hieronder worden eerst enkele elementen uit het Richtsnoer weergegeven. Daarna wordt aangegeven welke aanpak beheerders van beleggingsinstellingen kunnen hanteren om invulling te geven aan de eisen uit het Richtsnoer. De ervaring leert dat dit een bewerkelijke en complexe opdracht kan zijn.

Kernelementen

Het Richtsnoer van ESMA bevat veel details. De hieronder beschreven kernbepalingen vormen een samenvatting van een aantal van deze eisen.

  1. De beheerder beschikt over beleid ten aanzien van beloningen dat is goedgekeurd door de interne toezichthouder (de Raad van Commissarissen). Dit beleid raakt alle vormen van vaste en variabele beloning, waaronder pensioenvoorzieningen, personeelskortingen en toelages voor auto’s.
  2. Het beleid moet gebaseerd zijn op een risicoanalyse gericht op de beheersing van risico’s binnen de beheerder en de beheerde beleggingsinstellingen.
  3. Beloningen, en in het bijzonder variabele componenten daarvan, mogen niet leiden of aanzetten tot risicovol gedrag.
  4. Variabele beloningen moeten afhankelijk zijn van kwantitatieve én kwalitatieve criteria. Dit kan gaan om risico-indicatoren, financiële resultaten maar ook ‘zachte criteria’ zoals klanttevredenheid, samenwerking en creativiteit.
  5. Minimaal 50% van de variabele beloningen moet worden uitgekeerd in financiële instrumenten die in relatie staan tot de beheerder en de beheerde beleggingsinstelling(en). Dit moet ertoe bijdragen dat de medewerker (meer) risicobewust handelt en zich (meer) richt op de lange termijn.
  6. Tenminste 40% van de totale variabele beloning moet worden uitbetaald in termijnen over een periode van minimaal drie tot vijf jaar. De beheerder moet over een beleid beschikken waarin op basis van vijf door ESMA voorgeschreven componenten is bepaald voor welke groepen medewerkers welke termijnen gelden.
  7. Of een uitgestelde beloning uiteindelijk uitbetaald wordt, moet mede afhankelijk worden gesteld van performance criteria voor het desbetreffende jaar. Bij underperformance van de medewerker of de onderneming op basis van vooraf vastgestelde criteria kan een malus worden uitgeoefend.
  8. Reeds toegezegde maar nog niet uitgekeerde variabele beloningen mogen niet worden uitgekeerd als de beheerder financieel niet voldoende solide is.
  9. De beheerder mag geen constructies of entiteiten gebruiken om de doelstellingen van het wettelijk geëiste beloningsbeleid te omzeilen.
  10. Als het vermogensbeheer en/of het risicomanagement is uitbesteed, moet ook de uitvoerende partij over een solide beloningsbeleid beschikken.
  11. Vertrekbonussen zonder dat betaling afhankelijk is van performancemaatstaven en op risico’s gebaseerde criteria voldoen in principe niet aan de ratio van solide beloningsbeleid.

Overigens mogen beheerders met een beperkte omvang en complexiteit op door ESMA aangegeven onderdelen afwijken van de ESMA eisen.
 

De aanpak om te komen tot solide beloningsbeleid
Het opstellen van een solide beloningsbeleid is bewerkelijk. In de hyperlink gaan wij in op een stappen die gezet moeten worden om tot het beloningsbeleid te komen.

Afrondend
Het beloningsbeleid dat de beheerder onder de AIFM-richtlijn verplicht is in te richten is gericht op het beheersen van risico’s. Het gaat niet om een verbod op variabele beloning, maar om een beloningsbeleid dat is gebaseerd op een risicoanalyse. Op deze wijze wordt met de juiste beheersingsmaatregelen en vooraf vastgestelde criteria gekomen tot een beheerste en solide beloning in het belang van de beleggers, de beheerder en de financiële sector.

De door ESMA opstelde eisen zijn vergelijkbaar met eisen die in Nederland worden gesteld aan het ‘Beheerste Beloningsbeleid’. Wel gaat ESMA op onderdelen gedetailleerderder in op eisen en zijn de eisen meer ‘rule based’.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Charco & Dique Risk op telefoonnummer 020-4165403 of e-mailadres info@charcoendique.nl