0:00
Artikel
Trustkantoren Wtt 2018

Nieuwe verbodsbepalingen in de Wtt 2018 op komst

6 min leestijd

Sinds 16 juli 2022 geldt voor Nederlandse trustkantoren een verbod op trustdienstverlening aan cliënten die in Rusland of Wit-Rusland wonen of gevestigd zijn. Binnenkort wijzigt de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018) opnieuw. Het palet van toegestane trustdiensten wordt kleiner, met nieuwe verbodsbepalingen.

De ‘Wet om trustdienstverlening in gevallen met hoge integriteitsrisico’s te verbieden’ (Wijzigingswet) is op 21 februari 2023 in het Staatsblad gepubliceerd. Wanneer deze gaat gelden, moet nog bekend worden gemaakt. Onze verwachting is dat de gewijzigde Wtt 2018 op 1 juli 2023 in werking treedt als allerlei toezichtwetten worden aangepast n.a.v. de Wijzigingswet financiële markten 2022-II.

In dit artikel lichten we de drie nieuwe verbodsbepalingen en overgangstermijnen toe. Ook komt aan bod wat u als trustkantoor kunt doen ter voorbereiding.

Verbod 1: trustdienstverlening met betrokkenheid van ‘derde-hoogrisicolanden’

Een trustkantoor met zetel in Nederland mag geen trustdiensten meer verlenen aan cliënten, doelvennootschappen of hun UBO’s die in ‘derde-hoogrisicolanden’ gevestigd of woonachtig zijn.

Welke landen?

Derde-hoogrisicolanden zijn door de Europese Commissie (EC) aangewezen staten buiten de Europese Unie met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme, omdat de nationale wetgeving van die landen strategische tekortkomingen vertoont om witwassen en/of terrorismefinanciering te voorkomen. De actuele ‘lijst’ is te vinden op www.eur-lex.europa.eu in de bijlage van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675.

NB: dit is dezelfde ‘lijst’ van landen waarbij op grond van de huidige Wtt 2018 verscherpt cliëntenonderzoek moet worden uitgevoerd. Totdat de Wijzigingswet in werking treedt, mogen trustkantoren nog trustdiensten verlenen aan cliënten, doelvennootschappen en UBO’s uit deze landen.

Welke overgangstermijnen zijn van toepassing?

Ten aanzien van dit verbod gelden twee overgangstermijnen:

  • Trustkantoren met zetel in Nederland en een vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) moeten binnen zes maanden na inwerkingtreding van de Wijzigingswet aan het nieuwe verbod voldoen. Zij moeten de verlening van trustdiensten aan cliënten, doelvennootschappen en UBO’s uit deze aangewezen derde-hoogrisicolanden dus beëindigen.
  • Als de lijst met derde-hoogrisicolanden nadien wijzigt, moeten trustkantoren binnen drie maanden, gerekend vanaf het moment waarop een land aan de lijst is toegevoegd, aan de verbodsbepaling voldoen.

Uitzondering op dit verbod en de overgangstermijnen

Wanneer sanctieregelgeving van toepassing is op een cliënt, doelvennootschap of UBO uit een derde-hoogrisicoland mag de trustdienst niet direct beëindigd worden. In dat geval wordt de relatie aangehouden en de toepasselijke sanctie nageleefd tot de sanctieregelgeving niet meer van toepassing is. Daarna moet binnen drie maanden alsnog afscheid worden genomen van deze persoon.

Verbod 2: trustdienstverlening richting ‘niet-coöperatieve landen op belastinggebied’

Daarnaast wordt trustdienstverlening aan cliënten, doelvennootschappen of UBO’s die gevestigd of

woonachtig zijn in zogenaamde ‘niet-coöperatieve landen op belastinggebied’ verboden. De wetgever is van oordeel dat het verlenen van trustdiensten aan structuren met betrokkenheid van deze landen leidt tot onverantwoorde cumulatie van fiscale integriteitsrisico’s. Dit is onderdeel van het bredere maatregelenpakket van het kabinet om belastingontwijking en belastingontduiking tegen te gaan.

Welke landen?

Deze verbodsbepaling ziet op staten die door de Raad van de Europese Unie zijn aangewezen als jurisdicties die niet coöperatief zijn op belastinggebied. Dit is een andere lijst dan bij verbod 1. De actuele lijst is hier te vinden.

Welke overgangstermijnen zijn van toepassing?

Met betrekking tot dit verbod zijn vergelijkbare termijnen van toepassing zoals bij verbod. Te weten:

  • Trustkantoren met zetel in Nederland en een vergunning van DNB moeten binnen zes maanden na inwerkingtreding van de Wijzigingswet hun dienstverlening aan cliënten, doelvennootschappen of UBO’s die gevestigd of woonachtig zijn in ‘niet-coöperatieve landen op belastinggebied’ staken.
  • Als de lijst met niet-coöperatieve landen op belastinggebied wijzigt, moeten trustkantoren binnen drie maanden vanaf het moment waarop een land is toegevoegd aan de lijst aan de verbodsbepaling voldoen.

Uitzondering op dit verbod en de overgangstermijnen

Ook hier gelden de bij verbod 1 beschreven uitzonderingen met betrekking tot een cliënt, doelvennootschap of UBO waarop sanctieregelgeving van toepassing is.

Verbod 3: doorstroomvennootschappen

Tot slot wordt het verboden om ten behoeve van een cliënt beroeps- of bedrijfsmatig gebruik te maken van doorstroomvennootschappen. Let op: dit verbod geldt voor ‘eenieder’, dus niet alleen voor trustkantoren.

Een doorstroomvennootschap behoort tot de groep van het trustkantoor. In de praktijk wordt deze vennootschap gebruikt om er ten behoeve van cliënten bijvoorbeeld dividenden of royalty’s doorheen te laten ‘stromen’, meestal vanwege een fiscale reden. Dit gebeurt niet (meer) op grote schaal. Volgens statistieken van toezichthouder DNB zijn nog vier doorstroomvennootschappen actief. Op dit moment mag een trustkantoor in Nederland ‘ten behoeve van de cliënt gebruik maken van een doorstroomvennootschap’ – in de Wtt 2018 aangeduid als ‘trustdienst c’. In samenhang met eerdere maatregelen tegen belastingontduiking en -ontwijking vindt de wetgever ook het gebruik maken van doorstroomvennootschappen onwenselijk en wordt dit verboden.

Welke overgangstermijn is van toepassing?

Bij dit verbod geldt één overgangstermijn. Trustkantoren met zetel in Nederland die over een vergunning van DNB beschikken, moeten binnen zes maanden na inwerkingtreding van de Wijzigingswet aan deze verbodsbepaling voldoen. Dit betekent dat de dienstverlening via doorstroomvennootschappen binnen zes maanden moeten worden beëindigd.

Wat kunt u als trustkantoor doen ter voorbereiding?

Het duurt waarschijnlijk nog even voordat de gewijzigde Wtt 2018 in werking treedt. Toch is het aan te raden alvast te inventariseren wat de impact van de drie verbodsbepalingen is op uw organisatie.

Verleent u trustdiensten aan cliënten, doelvennootschappen en UBO’s die woonachtig of gevestigd zijn in aangewezen derde-hoogrisicolanden en/of niet-coöperatieve landen op belastinggebied? Of maakt u ten behoeve van cliënten gebruik van een doorstroomvennootschap? Dan zult u deze dienstverlening binnenkort moeten beëindigen. Ter voorbereiding hierop kunt u nagaan met welke cliënten de relatie moet worden beëindigd en welke opzegtermijn in de overeenkomst met deze cliënten is opgenomen. Ook kunt u in lijn met uw exit-procedure alvast voorbereidingen treffen om de opzegging uit te voeren. Verder moet uw integriteitsrisicoanalyse wellicht opnieuw worden uitgevoerd. Daarnaast zult u mogelijk uw beleid of procedurehandboek moeten aanpassen.

Wat kan Charco & Dique voor u betekenen?

Heeft u vragen over de aanstaande wijziging van de Wtt 2018? Kunt u assistentie gebruiken bij het actualiseren van uw systematische integriteitsrisicoanalyse? Of heeft u hulp nodig bij het herzien van uw beleid of procedurehandboek? Wij helpen u graag. Neem geheel vrijblijvend contact met ons op voor een adviesgesprek.

Contact