0:00
Artikel
AFM Banken

Hoe voorkomt u overkreditering bij consumptief krediet?

5 min leestijd

In haar agenda voor 2022 noemt de AFM verantwoorde kredietverstrekking als een van haar topprioriteiten. De toezichthouder vindt het belangrijk dat kredietverlening aan huishoudens verantwoord is. Aan de ene kant ziet dat op verantwoorde hypotheekverlening, zowel op het moment van verstrekken als tijdens de beheerfase. Aan de andere kant betekent dit, dat consumenten een krediet krijgen dat verantwoord is.

De AFM waarschuwt dat ze dit jaar wil toetsen of aanbieders van consumptief krediet voldoen aan de herziene leennormen en het verbod op overkreditering, zodat consumenten daadwerkelijk beter beschermd zijn. Hoe voorkomt u overkreditering bij consumptief krediet?

 

Nieuwe leennormen

Als kredietaanbieder bent u verplicht om overkreditering tegen te gaan. Dit is een zgn. open norm waar kredietaanbieders zelf invulling aan moeten geven. Met de nieuwe leennormen die op 1 april 2021 in werking zijn getreden wordt invulling gegeven aan deze open norm. De leennormen zijn opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN), in overleg met de AFM en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).

Dankzij de verscherpte leennormen wordt de financiële situatie van consumenten nog preciezer in kaart gebracht. Zo worden bijvoorbeeld kosten voor kinderopvang, auto en eigen woning ook meegenomen. Dit lichten we hieronder verder toe.

Eigen invulling

Hoewel niet alle kredietverstrekkers zijn aangesloten bij de NVB en de VFN, geldt ook voor hen dat zij op een verantwoorde manier krediet moeten verstrekken om zo overkreditering te voorkomen. Deze kredietverstrekkers mogen hier op een eigen wijze invulling aan geven, waardoor het toch kan voorkomen dat een consument bij de ene kredietverstrekker geen lening krijgt en bij een andere wel.

De AFM beschouwt de nieuwe leennormen als minimale invulling van de open norm.

Voor wie?

De leennormen zijn van toepassing op consumenten (dat wil zeggen natuurlijke personen) die een krediet willen opnemen voor een bedrag van minimaal € 1.000 en maximaal € 75.000. Voor sommige soorten leningen gelden deze leennormen niet. Denk hierbij aan woningfinancieringen, studielening of leningen met een looptijd korter dan drie maanden.

De leennormen

Kredietverstrekkers gebruiken de leennorm om te berekenen hoeveel iemand mag lenen zonder in financiële problemen te komen. De nieuwe leennorm wordt als volgt berekend:

Nieuwe leennorm = basisnorm + opslagpercentage * (inkomen – minimuminkomen)

Basisnorm

De basisnorm is het bedrag dat een gezin minimaal aan inkomen moet hebben om te kunnen rondkomen. Deze basisnorm wordt vastgesteld door het Nibud en hangt af van de gezinssamenstelling. Ook maakt het uit of de aanvrager een koop- of een huurwoning bezit. Sinds 1 april 2021 gelden onderstaande basisnormen. Er zijn nog geen nieuwe normen vastgesteld voor 2022.

Inkomensafhankelijk opslagpercentage

Bij deze basisnorm tellen kredietverstrekkers nog een inkomensafhankelijk opslagpercentage op. Dit wordt gedaan omdat mensen als ze meer gaan verdienen, meestal ook meer of hogere uitgaven hebben. Dus hoe hoger je inkomen, hoe meer je moet overhouden om al je vaste lasten te kunnen betalen. Deze percentages staan in de onderste regel van de tabel.

Inkomen

Het inkomen van de consument wordt gebaseerd op het netto-inkomen (inclusief vakantiegeld) vermeerderd met toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget, kinderbijslag en inkomensafhankelijke combinatiekorting), bepaalde vermogenscomponenten (inkomen uit verhuur of lijfrente) en alimentatie (mits de duur tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening).

Minimum inkomen

Het minimuminkomen wordt ieder jaar door het Nibud vastgesteld. In 2021 is dit € 1.523 per maand.

Voorbeeld: de aanvrager woont alleen met zijn/haar kinderen in een huurhuis en verdient elke maand netto € 2.500. De leennorm wordt dan als volgt berekent:

Leennorm = € 1.732 + (12,5% * (€ 2.500 – € 1.523)) = € 1.854,13

Dit is het bedrag dat de aanvrager tenminste moet overhouden iedere maand.

Maar kredietverstrekkers moeten naast deze leennorm ook kijken naar de vaste lasten. Heeft de consument een eigen woning of auto? Dan moet u een extra bedrag optellen bij de basisnorm. Ook hiervoor geldt dat de bijtelling afhankelijk is van inkomen en gezinssamenstelling. De bedragen zijn opgenomen in het Addendum leennormen consumptief krediet. Verder kunt u denken aan kinderopvangkosten, studieschuld en eventuele andere leningen. Deze kosten dient u in kaart te brengen en mee te nemen bij het bepalen van het maximale leenbedrag.

Meer weten?

Wij helpen u graag te voldoen aan de eisen van de AFM. U kunt bij ons terecht voor advies over de toepassing of interpretatie van financiële toezichtwetgeving. Kunt u hulp gebruiken bij de naleving van de leennormen? Of bijvoorbeeld bij het voldoen aan (on)verplichte informatieverstrekking? Neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op.

Contact Meer over onze dienstverlening